Studium Generale
Uit Tuencyclopedie
(→Pamflet) |
(→Pamflet) |
||
Regel 23: | Regel 23: | ||
SG zoekt steeds meer het experiment op. In een pamflet ‘Studium Generale is dood. Leve Studium Generale’ wordt geconstateerd dat slechts tien procent van de studenten belangstelling toont voor de SG-programma’s. Het is 1970 en er wordt een discussie opgezet over de koers van SG. De conclusie: de culturele activiteiten mogen weliswaar blijven, maar SG moet meer aansluiten bij maatschappelijke problemen. Het moet afgelopen zijn met het vrijblijvende karakter. Groepswerk in SG-projecten moet door de afdelingen erkend worden als studieprestatie. Om die koerswijziging uit te zetten is een commissie nodig, waarin in ieder geval een deskundige op maatschappelijk en sociaal-psychologisch gebied dient te worden opgenomen. De bestaande commissie stopt met haar activiteiten om de weg vrij te maken voor vernieuwing. In de jaren tachtig en negentig hervindt SG zich in een brede programmering op het gebied van maatschappelijke thematiek, actualiteitscolleges, debatten, tentoonstellingen, cursussen, excursies en film-, theater- en muziekvoorstellingen. Vanaf 1999 zoekt de TU/e op initiatief van dr.ir. H.G.J. de Wilt , voorzitter van het College van Bestuur, nadrukkelijker de confrontatie met de wereld van kunst en cultuur op. Er ontstaat een traditie van halfjaarlijkse informele bijeenkomsten met de lokale instellingen uit deze branche, die leiden tot ideeën voor gezamenlijke initiatieven. Uit deze jaren dateren ook de plannen voor de uitbouw van de culturele infrastructuur. Een leegstaand laboratorium (het Gaslab) wordt verbouwd en geschikt gemaakt voor muziek- en theatervoorstellingen, in het Hoofdgebouw ontstaat de Beeldbank, een vertoningsruimte voor audiovisuele producties die is gekoppeld aan de grafiekuitleen. En aan de oevers van de Dommel wordt de Zwarte Doos omgebouwd tot een filmzaal annex grand café. Vanaf 2000 treedt SG steeds vaker op als co-producent van locatievoorstellingen die uit de contacten met de culturele buitenwereld ontstaan. Een voorbeeld daarvan is de spraakmakende voorstelling ‘L’Orfeo’ uit 2001, een voorstelling van regisseur Henk Schut (Opera Zuid) gebaseerd op de gelijknamige opera van Monteverdi. Een jaar later ontstaat de theatervoorstelling ‘GEN’ over de maakbaarheid van de mens, waarin Johan Simons (Zuidelijk Toneel) zich door gesprekken met TU/e-onderzoekers laat inspireren tot een bewerking van de Franse roman ''Elementaire Deeltjes ''van Michel Houellebecq. Dat leidt tot een veelgeprezen serie opvoeringen in een van de laboratoria van de faculteit Werktuigbouwkunde. In het lustrumjaar 2006 produceert SG samen met theatergroep De Kwekerij de locatievoorstelling ‘De Goddelozen’. | SG zoekt steeds meer het experiment op. In een pamflet ‘Studium Generale is dood. Leve Studium Generale’ wordt geconstateerd dat slechts tien procent van de studenten belangstelling toont voor de SG-programma’s. Het is 1970 en er wordt een discussie opgezet over de koers van SG. De conclusie: de culturele activiteiten mogen weliswaar blijven, maar SG moet meer aansluiten bij maatschappelijke problemen. Het moet afgelopen zijn met het vrijblijvende karakter. Groepswerk in SG-projecten moet door de afdelingen erkend worden als studieprestatie. Om die koerswijziging uit te zetten is een commissie nodig, waarin in ieder geval een deskundige op maatschappelijk en sociaal-psychologisch gebied dient te worden opgenomen. De bestaande commissie stopt met haar activiteiten om de weg vrij te maken voor vernieuwing. In de jaren tachtig en negentig hervindt SG zich in een brede programmering op het gebied van maatschappelijke thematiek, actualiteitscolleges, debatten, tentoonstellingen, cursussen, excursies en film-, theater- en muziekvoorstellingen. Vanaf 1999 zoekt de TU/e op initiatief van dr.ir. H.G.J. de Wilt , voorzitter van het College van Bestuur, nadrukkelijker de confrontatie met de wereld van kunst en cultuur op. Er ontstaat een traditie van halfjaarlijkse informele bijeenkomsten met de lokale instellingen uit deze branche, die leiden tot ideeën voor gezamenlijke initiatieven. Uit deze jaren dateren ook de plannen voor de uitbouw van de culturele infrastructuur. Een leegstaand laboratorium (het Gaslab) wordt verbouwd en geschikt gemaakt voor muziek- en theatervoorstellingen, in het Hoofdgebouw ontstaat de Beeldbank, een vertoningsruimte voor audiovisuele producties die is gekoppeld aan de grafiekuitleen. En aan de oevers van de Dommel wordt de Zwarte Doos omgebouwd tot een filmzaal annex grand café. Vanaf 2000 treedt SG steeds vaker op als co-producent van locatievoorstellingen die uit de contacten met de culturele buitenwereld ontstaan. Een voorbeeld daarvan is de spraakmakende voorstelling ‘L’Orfeo’ uit 2001, een voorstelling van regisseur Henk Schut (Opera Zuid) gebaseerd op de gelijknamige opera van Monteverdi. Een jaar later ontstaat de theatervoorstelling ‘GEN’ over de maakbaarheid van de mens, waarin Johan Simons (Zuidelijk Toneel) zich door gesprekken met TU/e-onderzoekers laat inspireren tot een bewerking van de Franse roman ''Elementaire Deeltjes ''van Michel Houellebecq. Dat leidt tot een veelgeprezen serie opvoeringen in een van de laboratoria van de faculteit Werktuigbouwkunde. In het lustrumjaar 2006 produceert SG samen met theatergroep De Kwekerij de locatievoorstelling ‘De Goddelozen’. | ||
- | [[Bestand:Lemma Studium Generale Foto 3.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Lucas Asselbergs interviewt misdaadjournalist Peter R. de Vries n.a.v. 50-jarig bestaan TU/e Safety & Security | + | [[Bestand:Lemma Studium Generale Foto 3.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Lucas Asselbergs interviewt misdaadjournalist Peter R. de Vries(rechts) n.a.v. 50-jarig bestaan TU/e Safety & Security '''Jaar:''' 2015 '''Foto:''' [[Bart van Overbeeke]] ]] |
[[Category:Index A-Z]] [[Category:S]] [[Category:Kunst en Cultuur]] [[Category:S-Bronvermelding]] | [[Category:Index A-Z]] [[Category:S]] [[Category:Kunst en Cultuur]] [[Category:S-Bronvermelding]] |