Persoonlijke instellingen

Ondergronds

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Warmte-koude opslagsysteem)
(Warmte-koude opslagsysteem)
 
Regel 10: Regel 10:
Sinds november 2002 herbergt de campus de grootste installatie voor ondergrondse energieopslag in ons land. Dit energieopslagsysteem levert een jaarlijkse besparing aan aardgas op van 1,2 miljoen kubieke meter en aan elektriciteit van 2.600 MWh. De Universiteit bespaart daarmee zo’n veertien procent op het energieverbruik ten opzichte van de periode vóór 2002. Het systeem vergde een investering van zo’n tien miljoen euro. Een rekensommetje leert dat rond 2011 deze investering is terugverdiend. Er zijn zestien gebouwen aangesloten op het systeem, dat bestaat uit tweeëndertig ondergrondse bronputten, samengebundeld in drie warme en drie koude clusters die zijn aangesloten op twee ringleidingen van twee kilometer lengte. Het water blijft circuleren in een gesloten systeem. In de bronputten zitten pompen die zorgen voor het oppompen en injecteren van het grondwater op een diepte van ongeveer tachtig meter. Twee koeltorens van acht meter hoog zorgen voor het uitwisselen van warmte en koude. Het ondergrondse opslagsysteem bestaat uit warme (vijftien graden Celsius) en koude (acht graden Celsius) waterbuffers in een watervoerende zandlaag in de bodem. Bij behoefte aan koeling wordt water van de koude buffers opgepompt. Het water dat wordt gebruikt, warmt hierdoor op en wordt vervolgens geïnjecteerd in de warme buffers. Wanneer er behoefte is aan warm water wordt het proces omgekeerd toegepast. Dit gaat het gehele jaar door. De TU/e maakte jarenlang voor het koelen van gebouwen en procesinstallaties gebruik van kwalitatief goed grondwater. Dit werd opgepompt en belandde na gebruik opgewarmd in het oppervlaktewater van de Dommel. Het warmte-koude opslagsysteem zorgt er voor dat dit niet meer nodig is. Ook de ''ict room ''wordt gekoeld met water uit dit systeem.
Sinds november 2002 herbergt de campus de grootste installatie voor ondergrondse energieopslag in ons land. Dit energieopslagsysteem levert een jaarlijkse besparing aan aardgas op van 1,2 miljoen kubieke meter en aan elektriciteit van 2.600 MWh. De Universiteit bespaart daarmee zo’n veertien procent op het energieverbruik ten opzichte van de periode vóór 2002. Het systeem vergde een investering van zo’n tien miljoen euro. Een rekensommetje leert dat rond 2011 deze investering is terugverdiend. Er zijn zestien gebouwen aangesloten op het systeem, dat bestaat uit tweeëndertig ondergrondse bronputten, samengebundeld in drie warme en drie koude clusters die zijn aangesloten op twee ringleidingen van twee kilometer lengte. Het water blijft circuleren in een gesloten systeem. In de bronputten zitten pompen die zorgen voor het oppompen en injecteren van het grondwater op een diepte van ongeveer tachtig meter. Twee koeltorens van acht meter hoog zorgen voor het uitwisselen van warmte en koude. Het ondergrondse opslagsysteem bestaat uit warme (vijftien graden Celsius) en koude (acht graden Celsius) waterbuffers in een watervoerende zandlaag in de bodem. Bij behoefte aan koeling wordt water van de koude buffers opgepompt. Het water dat wordt gebruikt, warmt hierdoor op en wordt vervolgens geïnjecteerd in de warme buffers. Wanneer er behoefte is aan warm water wordt het proces omgekeerd toegepast. Dit gaat het gehele jaar door. De TU/e maakte jarenlang voor het koelen van gebouwen en procesinstallaties gebruik van kwalitatief goed grondwater. Dit werd opgepompt en belandde na gebruik opgewarmd in het oppervlaktewater van de Dommel. Het warmte-koude opslagsysteem zorgt er voor dat dit niet meer nodig is. Ook de ''ict room ''wordt gekoeld met water uit dit systeem.
 +
 +
[[Bestand:Lemma Ondergronds Foto 1.jpg|thumb|center|400px|'''Titel:''' Graafwerkzaamheden bij gebouw Vertigo ter voorbereiding op aanleg kunstvijver SOH States of Nature '''Jaar:''' 2006 '''Foto:''' [[Bart van Overbeeke]] ]]
=== Gas, water en licht ===
=== Gas, water en licht ===

Huidige versie per 25 feb 2020 14:32