Persoonlijke instellingen

Tromp Th.P.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Nieuwbouw)
 
Regel 10: Regel 10:
----
----
-
Met volle kracht vooruit ging het zeker in de opbouwperiode van de THE, waarin Tromp namens het College van Curatoren optrad als bouwheer. Daarin vervulde hij de rol van een daadkrachtige, ''hands on ''bestuurder. De groep van politieke, bestuurlijke en industriële zwaargewichten die samen het College van Curatoren vormde, had van de overheid een relatief grote mate van zelfstandigheid gekregen bij de realisatie van de nieuwbouwplannen. Waren vóór die tijd de touwtjes bij het selecteren van architect en bouwteam voor een overheidsgebouw strak in handen van de Rijksgebouwendienst, de THE kreeg zelf de verantwoordelijkheid, al moest de ondernemende Tromp vaak naar Den Haag om de grenzen van het beschikbare budget op te rekken. Uit een brief van Tromp aan architect ir. [[Embden S.J. van | S.J. van Embden]] blijkt dat Tromp en medecurator mr. H.L. s’ Jacob in 1959 de mogelijkheid verkennen het voor de bouw benodigde staal voor een bedrag van 1.6 miljoen gulden zelf in te kopen en op afroep op te laten slaan om de kosten te drukken. Ir. [[Tromp J.E.B. | J.E.B. Wittermans]] , als medewerker van Van Embden zijdelings betrokken bij het bouwproces en later directeur van het architectenbureau OD 205, herinnert zich Tromp als een heel praktische man. ”Wanneer hij iets had opgedragen dat niet helemaal goed liep, zei hij ‘Luister eens, jij moet de opdracht uitvoeren zoals ik het gedaan zou hebben als ik er tijd voor had gehad.’ Dus er was geen excuus om je te verschuilen achter zijn opdracht. Hij paste als typische ''Macher ''in die tijd van wederopbouw, maar had ook een warme belangstelling voor mensen. Ik herinner me een paar anekdotes over hem. Kwam hij bijvoorbeeld in Hoogeveen in de Philips-fabriek, dan vroeg hij aan de portier ‘Hoe is het met je vrouw?’ Dat soort persoonlijke dingen onthield hij blijkbaar.” Wanneer in 1958 een delegatie van ministers de stand van zaken op de bouwplaats komt bekijken, is het dan ook Tromp die in een toespraak ‘Twee eenvoudige mensen die tijdens de bouw het leven hebben verloren’ herdenkt. Zijn jaren als vicepresident van Philips liepen vrijwel parallel met zijn betrokkenheid bij de Hogeschool, maar hij heeft, in de woorden van president-curator prof.dr. [[Quay J.E. | J.E. de Quay]] “altijd en met succes het Philipsconcern en de Hogeschool gescheiden weten te houden.”  
+
Met volle kracht vooruit ging het zeker in de opbouwperiode van de THE, waarin Tromp namens het College van Curatoren optrad als bouwheer. Daarin vervulde hij de rol van een daadkrachtige, ''hands on ''bestuurder. De groep van politieke, bestuurlijke en industriële zwaargewichten die samen het College van Curatoren vormde, had van de overheid een relatief grote mate van zelfstandigheid gekregen bij de realisatie van de nieuwbouwplannen. Waren vóór die tijd de touwtjes bij het selecteren van architect en bouwteam voor een overheidsgebouw strak in handen van de Rijksgebouwendienst, de THE kreeg zelf de verantwoordelijkheid, al moest de ondernemende Tromp vaak naar Den Haag om de grenzen van het beschikbare budget op te rekken. Uit een brief van Tromp aan architect ir. [[Embden, S.J. van | S.J. van Embden]] blijkt dat Tromp en medecurator mr. H.L. s’ Jacob in 1959 de mogelijkheid verkennen het voor de bouw benodigde staal voor een bedrag van 1.6 miljoen gulden zelf in te kopen en op afroep op te laten slaan om de kosten te drukken. Ir. [[Tromp J.E.B. | J.E.B. Wittermans]] , als medewerker van Van Embden zijdelings betrokken bij het bouwproces en later directeur van het architectenbureau OD 205, herinnert zich Tromp als een heel praktische man. ”Wanneer hij iets had opgedragen dat niet helemaal goed liep, zei hij ‘Luister eens, jij moet de opdracht uitvoeren zoals ik het gedaan zou hebben als ik er tijd voor had gehad.’ Dus er was geen excuus om je te verschuilen achter zijn opdracht. Hij paste als typische ''Macher ''in die tijd van wederopbouw, maar had ook een warme belangstelling voor mensen. Ik herinner me een paar anekdotes over hem. Kwam hij bijvoorbeeld in Hoogeveen in de Philips-fabriek, dan vroeg hij aan de portier ‘Hoe is het met je vrouw?’ Dat soort persoonlijke dingen onthield hij blijkbaar.” Wanneer in 1958 een delegatie van ministers de stand van zaken op de [[bouwplaats]] komt bekijken, is het dan ook Tromp die in een toespraak ‘Twee eenvoudige mensen die tijdens de bouw het leven hebben verloren’ herdenkt. Zijn jaren als vicepresident van Philips liepen vrijwel parallel met zijn betrokkenheid bij de Hogeschool, maar hij heeft, in de woorden van president-curator prof.dr. [[Quay J.E. de | J.E. de Quay]] “altijd en met succes het Philipsconcern en de Hogeschool gescheiden weten te houden.”
=== Van Embden ===
=== Van Embden ===

Huidige versie per 30 mrt 2012 10:27