Ackermans S.T.M.
Uit Tuencyclopedie
(→Bestuurder) |
|||
Regel 9: | Regel 9: | ||
=== Bestuurder === | === Bestuurder === | ||
---- | ---- | ||
- | [[Bestand:Lemma 3 Foto 2.jpg|thumb|right|200px|'''Titel:''' | + | [[Bestand:Lemma 3 Foto 2.jpg|thumb|right|200px|'''Titel:'''Portret prof. Stan Ackermans '''Jaar:''' ca.1985 '''Auteur/Bron:''' [[Archief TUE]] ]] |
- | Van 1978 tot 1981 is Ackermans decaan van de onderafdeling der Wiskunde. Een jaar later wordt hij gepolst voor het rectoraat en stapt hij naar zijn vriend Van Lint voor advies. Deze herinnert zich later: “Ik heb heel lang op hem ingepraat: ‘doe het alsjeblieft niet, het is het einde van je wetenschappelijke carrière’. Gelukkig heeft hij het wél gedaan en ik denk dat hij waarschijnlijk de beste rector is geweest die de TU/e gehad heeft.” In 1982 volgt Ackermans [[prof.ir. J. Erkelens]] op als rector magnificus. Het is het jaar waarin de vermaledijde operatie ''Taakverdeling en concentratie ''vanuit Zoetermeer wordt opgelegd. Universiteiten en hogescholen moeten honderden miljoenen bezuinigen en sommige zien zich gedwongen complete opleidingen te sluiten. 1982 is ook het jaar waarin de Tweefasenstructuur wordt ingevoerd. Ackermans is een goed spreker en roeit in zijn eerste rectorale rede tegen de bezuinigingsstroom in door een lans te breken voor de idealen van de klassieke ''Von Humboldt universiteit. ''Wilhelm von Humboldt (*1767 - †1835) pleitte voor een universiteit die ''Bildung ''als ideaal hanteert. Het opleiden van studenten door docenten die in zo nauw mogelijk contact met onderzoek staan, is volgens Ackermans altijd een gelukkige combinatie gebleken. Hij citeert daarbij Carl F. Wandel: “The difference between teaching institutions with and without research is that teachers at the latter believe that they are teaching the truth, whereas teachers at the former know that they are not.” Een instelling voor hoger onderwijs heeft een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de begaafde jongeren die er komen studeren: “Daaruit volgt de verplichting voor de Hogeschool om een stimulerend en open centrum van culturele en algemeen maatschappelijke activiteiten te zijn. De technische studie mag de ontplooiing van ander talent niet remmen.” In tijden van bezuiniging moet de overheid niet de lange termijn uit het oog verliezen. Wetenschappelijke vorming die een mensenleven lang waarde houdt, zou het richtsnoer moeten zijn voor het onderwijs, en niet slechts het opleiden van een ingenieur die adequaat kan functioneren in zijn eerste werkkring. De samenleving en dus ook het type student verandert en Ackermans pleit daarom voor vernieuwing. “Overvolle, niet tot eigen ideeën inspirerende studieprogramma’s en ingeslapen onderzoekgroepen passen niet bij de taak van de TH Eindhoven, evenmin als een vernieuwingen belemmerende regelzucht. Wat doen we aan creativiteitsbevordering? Welke plaats neemt ontwerpen in? Hoe doordacht zijn onze curricula? Zijn er niet te veel vakken? Kunnen we geen processors gebruiken waar nu nog professors worden ingezet? Krijgen onze studenten wel genoeg gelegenheid tot zelf ontdekken of wordt alles voorgeschoteld?” De opgelegde bezuinigingen gaan intussen niet aan Eindhoven voorbij. Roumen, in die jaren voorzitter van de Hogeschoolraad, herinnert zich dat Ackermans aan het einde van zijn rectoraat juist over de bezuinigingen meningsverschillen kreeg met het door de Kroon benoemde lid van het College van Bestuur [[dr.ir. J. Nijman]]: “Die had de portefeuille personeel en financiën. Nijman moest bezuinigen en Ackermans was het niet eens met de manier waarop hij dat aanpakte. Hij kwam geregeld bij me binnenlopen om zijn ongenoegen te uiten.” | + | Van 1978 tot 1981 is Ackermans decaan van de onderafdeling der Wiskunde. Een jaar later wordt hij gepolst voor het rectoraat en stapt hij naar zijn vriend Van Lint voor advies. Deze herinnert zich later: “Ik heb heel lang op hem ingepraat: ‘doe het alsjeblieft niet, het is het einde van je wetenschappelijke carrière’. Gelukkig heeft hij het wél gedaan en ik denk dat hij waarschijnlijk de beste rector is geweest die de TU/e gehad heeft.” In 1982 volgt Ackermans [[prof.ir. J. Erkelens]] op als rector magnificus. Het is het jaar waarin de vermaledijde operatie ''Taakverdeling en concentratie ''vanuit Zoetermeer wordt opgelegd. Universiteiten en hogescholen moeten honderden miljoenen bezuinigen en sommige zien zich gedwongen complete opleidingen te sluiten. 1982 is ook het jaar waarin de Tweefasenstructuur wordt ingevoerd. Ackermans is een goed spreker en roeit in zijn eerste rectorale rede tegen de bezuinigingsstroom in door een lans te breken voor de idealen van de klassieke ''Von Humboldt universiteit. ''Wilhelm von Humboldt (*1767 - †1835) pleitte voor een universiteit die ''Bildung ''als ideaal hanteert. Het opleiden van studenten door docenten die in zo nauw mogelijk contact met onderzoek staan, is volgens Ackermans altijd een gelukkige combinatie gebleken. Hij citeert daarbij Carl F. Wandel: “The difference between teaching institutions with and without research is that teachers at the latter believe that they are teaching the truth, whereas teachers at the former know that they are not.” Een instelling voor hoger onderwijs heeft een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de begaafde jongeren die er komen studeren: “Daaruit volgt de verplichting voor de Hogeschool om een stimulerend en open centrum van culturele en algemeen maatschappelijke activiteiten te zijn. De technische studie mag de ontplooiing van ander talent niet remmen.” In tijden van bezuiniging moet de overheid niet de lange termijn uit het oog verliezen. Wetenschappelijke vorming die een mensenleven lang waarde houdt, zou het richtsnoer moeten zijn voor het onderwijs, en niet slechts het opleiden van een ingenieur die adequaat kan functioneren in zijn eerste werkkring. De samenleving en dus ook het type student verandert en Ackermans pleit daarom voor vernieuwing. “Overvolle, niet tot eigen ideeën inspirerende studieprogramma’s en ingeslapen onderzoekgroepen passen niet bij de taak van de TH Eindhoven, evenmin als een vernieuwingen belemmerende regelzucht. Wat doen we aan creativiteitsbevordering? Welke plaats neemt ontwerpen in? Hoe doordacht zijn onze curricula? Zijn er niet te veel vakken? Kunnen we geen processors gebruiken waar nu nog professors worden ingezet? Krijgen onze studenten wel genoeg gelegenheid tot zelf ontdekken of wordt alles voorgeschoteld?” De opgelegde bezuinigingen gaan intussen niet aan Eindhoven voorbij. Roumen, in die jaren voorzitter van de Hogeschoolraad, herinnert zich dat Ackermans aan het einde van zijn rectoraat juist over de bezuinigingen meningsverschillen kreeg met het door de Kroon benoemde lid van het College van Bestuur [[dr.ir. J. Nijman]]: “Die had de portefeuille personeel en financiën. Nijman moest bezuinigen en Ackermans was het niet eens met de manier waarop hij dat aanpakte. Hij kwam geregeld bij me binnenlopen om zijn ongenoegen te uiten.” |
=== Externe gerichtheid === | === Externe gerichtheid === |