Oosterwijk S. van
Uit Tuencyclopedie
(→Oosterwijk S. van) |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | |||
- | |||
Ir. S. (Sjonni) van Oosterwijk (*1970) studeerde van 1989 tot 1995 scheikundige technologie en werkt bij Biosolve, een producent en leverancier van chemicaliën. “Ik kom uit een arbeidersgezin uit Beek en Donk; mijn vader werkte in het magazijn van een apparatenfabriek. Van mijn honderd neven en nichten was ik een van de eersten die ging studeren. Mijn moeder vond het aanvankelijk een beter idee dat ik zou gaan werken om er dan in de avonduren wat bij te leren. Maar een leraar op het vwo zei: “Als jij een universitaire studie niet haalt, haalt niemand het”, dus heb ik me als student aan de TU/e laten inschrijven. Ik heb het altijd leuk gevonden om veel naast mijn studie te doen. Met jaargenoten waren we begeleiders tijdens de fameuze ‘THEA studeert Techniek’ dagen. We droegen sandwichborden en haalden een paar honderd vwo-meisjes van het NS-station op. In het eerste jaar heb ik mijn propedeusediploma gehaald en ben ik actief geworden in de Chemiewinkel. Met een paar studenten hebben we ons gestort op de afvalstromen van de TU/e. We vonden dat er te veel chemisch afval in de gootsteen verdween en zorgden er voor dat er meer opvangbakken kwamen. We organiseerden in die tijd op de faculteit ook lezingen over milieu en veiligheid, omdat we vonden dat er meer onderwijs op dat gebied moest komen. Voor de eerste lezing hadden we milieuprofessor dr. Lucas Reinders als spreker uitgenodigd en voor de tweede dr. Rein Welschen, die juist was aangetreden als burgemeester van Eindhoven. Prof. Piet Lemstra, toentertijd decaan van de faculteit, was niet zo blij met die kritische gastsprekers. Maar het doel heiligt vaak de middelen. | Ir. S. (Sjonni) van Oosterwijk (*1970) studeerde van 1989 tot 1995 scheikundige technologie en werkt bij Biosolve, een producent en leverancier van chemicaliën. “Ik kom uit een arbeidersgezin uit Beek en Donk; mijn vader werkte in het magazijn van een apparatenfabriek. Van mijn honderd neven en nichten was ik een van de eersten die ging studeren. Mijn moeder vond het aanvankelijk een beter idee dat ik zou gaan werken om er dan in de avonduren wat bij te leren. Maar een leraar op het vwo zei: “Als jij een universitaire studie niet haalt, haalt niemand het”, dus heb ik me als student aan de TU/e laten inschrijven. Ik heb het altijd leuk gevonden om veel naast mijn studie te doen. Met jaargenoten waren we begeleiders tijdens de fameuze ‘THEA studeert Techniek’ dagen. We droegen sandwichborden en haalden een paar honderd vwo-meisjes van het NS-station op. In het eerste jaar heb ik mijn propedeusediploma gehaald en ben ik actief geworden in de Chemiewinkel. Met een paar studenten hebben we ons gestort op de afvalstromen van de TU/e. We vonden dat er te veel chemisch afval in de gootsteen verdween en zorgden er voor dat er meer opvangbakken kwamen. We organiseerden in die tijd op de faculteit ook lezingen over milieu en veiligheid, omdat we vonden dat er meer onderwijs op dat gebied moest komen. Voor de eerste lezing hadden we milieuprofessor dr. Lucas Reinders als spreker uitgenodigd en voor de tweede dr. Rein Welschen, die juist was aangetreden als burgemeester van Eindhoven. Prof. Piet Lemstra, toentertijd decaan van de faculteit, was niet zo blij met die kritische gastsprekers. Maar het doel heiligt vaak de middelen. | ||