Persoonlijke instellingen

Kunst

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
Regel 26: Regel 26:
----
----
-
In de periode tussen 1977 en 1989 koopt de Universiteit twee belangrijke werken van kunstenaars met een adrukkelijke fascinatie voor techniek: het zijn ''Umbilly ''van de Antwerpse kunstenaar [[Panamarenko]] en de ''Tarimmachine ''van [[Bakel G. van | Van Bakel]]. In 1989 tekent de TU/e een overeenkomst met de erven Van Bakel. De TU/e krijgt tijdelijk een collectie van diens werk in bruikleen, waarin de relatie tussen kunst en techniek op treffende wijze in beeld wordt gebracht. Later koopt de TU/e de ''Voorlopige regenboogmachine ''uit 1982 en zal de collectie weer door de erven Van Bakel zelf worden beheerd. In 1989 komt de Kunstcommissie met het voorstel om te komen tot een museum voor Kunst en techniek waarin het culturele erfgoed van de TU/e zal worden ondergebracht. Het museum moet plaats bieden aan een verzameling verbrandingsmotoren en stoommachines, een verzameling elektrotechnische onderdelen, losse machines (waaronder de elektriseermachine van Wimhurst), een verzameling oude rekenmachines, een verzameling vormleermodellen van prof. G.J. Slothouber en de collectie beeldende kunst. Hoewel tot ver in de jaren negentig wordt gepoogd om het plan te realiseren, verdwijnt het uiteindelijk in de archiefladen.
+
In de periode tussen 1977 en 1989 koopt de Universiteit twee belangrijke werken van kunstenaars met een adrukkelijke fascinatie voor techniek: het zijn ''Umbilly ''van de Antwerpse kunstenaar [[Panamarenko]] en de ''Tarimmachine ''van [[Van Bakel]]. In 1989 tekent de TU/e een overeenkomst met de erven Van Bakel. De TU/e krijgt tijdelijk een collectie van diens werk in bruikleen, waarin de relatie tussen kunst en techniek op treffende wijze in beeld wordt gebracht. Later koopt de TU/e de ''Voorlopige regenboogmachine ''uit 1982 en zal de collectie weer door de erven Van Bakel zelf worden beheerd. In 1989 komt de Kunstcommissie met het voorstel om te komen tot een museum voor Kunst en techniek waarin het culturele erfgoed van de TU/e zal worden ondergebracht. Het museum moet plaats bieden aan een verzameling verbrandingsmotoren en stoommachines, een verzameling elektrotechnische onderdelen, losse machines (waaronder de elektriseermachine van Wimhurst), een verzameling oude rekenmachines, een verzameling vormleermodellen van prof. G.J. Slothouber en de collectie beeldende kunst. Hoewel tot ver in de jaren negentig wordt gepoogd om het plan te realiseren, verdwijnt het uiteindelijk in de archiefladen.

Versie op 22 feb 2011 21:58