Persoonlijke instellingen

Panamarenko

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Lemma 154 Foto 1.jpg|thumb|left|400px|'''Titel:''' De Umbilly-1 kort na plaatsing in de faculteitsbibliotheek Bouwkunde in het Hoofdgebouw '''Jaar:''' 1989 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
[[Bestand:Lemma 154 Foto 1.jpg|thumb|left|400px|'''Titel:''' De Umbilly-1 kort na plaatsing in de faculteitsbibliotheek Bouwkunde in het Hoofdgebouw '''Jaar:''' 1989 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
[[Bestand:Lemma 154 Foto 3.jpg|thumb|left|400px|'''Titel:''' De Umbilly-1 in een flimrol bij het Auditorium '''Jaar:''' ca. 1980 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
[[Bestand:Lemma 154 Foto 3.jpg|thumb|left|400px|'''Titel:''' De Umbilly-1 in een flimrol bij het Auditorium '''Jaar:''' ca. 1980 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
-
Wanneer Henri van Herreweghe (*1940) als kind V1’s ziet neerkomen in zijn geboorteplaats Antwerpen, raakt hij gefascineerd door het fenomeen vliegen. Na zijn opleiding aan de kunstacademie neemt hij de ''nom d’artiste ''Panamarenko aan (afgeleid van ''Pan American Airlines and Co'') en begint hij aan het ontwerpen van een serie ‘vliegmachines’ waarmee mensen op eigen kracht het luchtruim zouden kunnen kiezen. Hij maakt er tientallen, gebaseerd op uiteenlopende natuurkundige principes. Panamarenko bestudeert aanvankelijk de vliegmechanismen van insecten en vertaalt die onder meer naar de ‘Umbilly 1’ die in 1977 door de THE wordt aangeschaft. De titel verwijst naar ‘umbillicus’, de Latijnse term voor navel, maar ook naar de onderbroken vleugelslag van sommige insecten. Hoe is het werk in Eindhoven terecht gekomen? J.G.A. Vlemmix, oud-medewerker van de Bouwtechnische Dienst, was aan het eind van de jaren zeventig secretaris van de Kunstcommissie. Die commissie kon toen nog beschikken over een ruim budget. De 1%-regeling van de overheid bepaalde namelijk dat een honderdste deel van de bouwkosten besteed mocht worden aan ‘vaste kunst’, gekoppeld aan een nieuw gebouw. In dit geval kwam het geld uit de bouwbegroting van W-Hoog. “Panamarenko was toen een jonge vent die aan het begin van zijn artistieke loopbaan stond. Samen met Paul Hefting, conservator van het Rijksmuseum Kröller-Müller en adviseur van de Kunstcommissie, reisden we af naar Antwerpen. Daar hebben we de Umbilly gekocht. In tegenstelling tot wat er later over is geschreven, was dat geen werk in opdracht van de THE. Panamarenko had het gewoon thuis staan en kwam het in zijn Volkswagen cabriolet in Eindhoven afleveren.” In november 1977 wordt de vliegmachine geplaatst bij de afdeling der Werktuigbouwkunde. “Ik ben mij er bewust van dat de Umbilly voor de TH een confrontatie betekent en dat het hopelijk een discussie zal ontlokken”, verklaart de Vlaming in ''TH Berichten. ''Het ‘knutselvliegtuig’ roept inderdaad felle reacties op. Sommige medewerkers ervaren het als een aanval op de technische wetenschap. “De kwaliteit van het kunstwerk stond niet ter discussie, maar de werktuigbouwkundigen hadden zulke gevoelige zielen en een zo overladen studieprogramma, dat ze het zich niet konden veroorloven om in verwarring te geraken.”
+
Wanneer Henri van Herreweghe (1940-2019) als kind V1’s ziet neerkomen in zijn geboorteplaats Antwerpen, raakt hij gefascineerd door het fenomeen vliegen. Na zijn opleiding aan de kunstacademie neemt hij de ''nom d’artiste ''Panamarenko aan (afgeleid van ''Pan American Airlines and Co'') en begint hij aan het ontwerpen van een serie ‘vliegmachines’ waarmee mensen op eigen kracht het luchtruim zouden kunnen kiezen. Hij maakt er tientallen, gebaseerd op uiteenlopende natuurkundige principes. Panamarenko bestudeert aanvankelijk de vliegmechanismen van insecten en vertaalt die onder meer naar de ‘Umbilly 1’ die in 1977 door de THE wordt aangeschaft. De titel verwijst naar ‘umbillicus’, de Latijnse term voor navel, maar ook naar de onderbroken vleugelslag van sommige insecten. Hoe is het werk in Eindhoven terecht gekomen? J.G.A. Vlemmix, oud-medewerker van de Bouwtechnische Dienst, was aan het eind van de jaren zeventig secretaris van de Kunstcommissie. Die commissie kon toen nog beschikken over een ruim budget. De 1%-regeling van de overheid bepaalde namelijk dat een honderdste deel van de bouwkosten besteed mocht worden aan ‘vaste kunst’, gekoppeld aan een nieuw gebouw. In dit geval kwam het geld uit de bouwbegroting van W-Hoog. “Panamarenko was toen een jonge vent die aan het begin van zijn artistieke loopbaan stond. Samen met Paul Hefting, conservator van het Rijksmuseum Kröller-Müller en adviseur van de Kunstcommissie, reisden we af naar Antwerpen. Daar hebben we de Umbilly gekocht. In tegenstelling tot wat er later over is geschreven, was dat geen werk in opdracht van de THE. Panamarenko had het gewoon thuis staan en kwam het in zijn Volkswagen cabriolet in Eindhoven afleveren.” In november 1977 wordt de vliegmachine geplaatst bij de afdeling der Werktuigbouwkunde. “Ik ben mij er bewust van dat de Umbilly voor de TH een confrontatie betekent en dat het hopelijk een discussie zal ontlokken”, verklaart de Vlaming in ''TH Berichten. ''Het ‘knutselvliegtuig’ roept inderdaad felle reacties op. Sommige medewerkers ervaren het als een aanval op de technische wetenschap. “De kwaliteit van het kunstwerk stond niet ter discussie, maar de werktuigbouwkundigen hadden zulke gevoelige zielen en een zo overladen studieprogramma, dat ze het zich niet konden veroorloven om in verwarring te geraken.”
=== Verwarring ===
=== Verwarring ===

Versie op 2 feb 2024 10:54