Persoonlijke instellingen

Studium Generale

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Pamflet)
(Geschiedenis)
Regel 5: Regel 5:
=== Geschiedenis ===
=== Geschiedenis ===
----
----
-
[[Bestand:Lemma 210 Foto 3.jpg|thumb|left|500px|'''Titel:''' Workshop 'Afvalmuziek' onder directie van Horst Rickels '''Jaar:''' 1998 '''Foto:''' [[Bart van Overbeeke]] ]]
+
[[Bestand:Lemma 210 Foto 3.jpg|thumb|left|500px|'''Titel:''' Workshop 'Afvalmuziek', Horst Rickels dirigeert '''Jaar:''' 1998 '''Foto:''' [[Bart van Overbeeke]] ]]
In de beginjaren is de Senaat, onder aanvoering van rector magnificus prof.dr. [[Dorgelo H.B. | H.B. Dorgelo]] en secretaris prof.dr. [[Posthumus K. | K. Posthumus]], van mening dat de Hogeschool naast een gedegen curriculum voor elke opleiding ook een algemeen vormend programma moet bieden. In het eerste academisch jaar wordt een aantal losse lezingen verzorgd, in 1958 krijgen die lezingen een vaste vorm en wordt SG geboren. In 1959 treedt prof.dr.ir. F.Ph.A. Tellegen aan als voorzitter van de commissie Studium Generale. Ook prof.ir. C. de Beer, prof.dr. H.B. Dorgelo en prof.dr. A. Oldendorff maken er deel van uit en studenten mogen vanaf het begin hun stem laten horen. Een van de studentleden is [[Leemreis J.H. | J.H. (Kees) Leemreis]]. De directeur van het Van Abbemuseum, mr. E.L.L. (Edy) de Wilde, wordt uitgenodigd zitting te nemen als vertegenwoordiger van de wereld van kunst en cultuur. In de begintijd probeert men de programmering af te stemmen met die van het Academisch Genootschap, de Alliance Française en het Nederlands-Engels genootschap in Eindhoven. Tellegen schrijft in 1959 een eerste nota over de doelstellingen van SG. Omdat de THE een openbare instelling is, dient men niet uit te gaan van één levensbeschouwing. Verder moeten in het programma zowel sociale wetenschappen als wijsbegeerte worden opgenomen. Studenten en docenten moeten in samenwerking met elkaar op zoek gaan naar onderwerpen, die de veralgemenisering van de vakwetenschappelijke opleiding en de ‘diepere doordringing van wetenschappelijke vorming in de persoon van de student’ bevorderen. Van de ene kant moeten er aanknopingspunten gezocht worden in het studieprogramma, van de andere kant in de maatschappij. Grote thema’s als ‘de menselijke vrijheid’ worden niet geschuwd. Studentenpater ir. J.J. Bouman en dominee E. Sneller worden als gast uitgenodigd om mee te denken over vrijheid en levensbeschouwing. De programma’s van SG moeten ook aansluiten bij de belangstelling van de studenten. Tellegen vindt het bijvoorbeeld een goed idee om jazzmuziek in verband te brengen met analoge verschijnselen in de schilderkunst.
In de beginjaren is de Senaat, onder aanvoering van rector magnificus prof.dr. [[Dorgelo H.B. | H.B. Dorgelo]] en secretaris prof.dr. [[Posthumus K. | K. Posthumus]], van mening dat de Hogeschool naast een gedegen curriculum voor elke opleiding ook een algemeen vormend programma moet bieden. In het eerste academisch jaar wordt een aantal losse lezingen verzorgd, in 1958 krijgen die lezingen een vaste vorm en wordt SG geboren. In 1959 treedt prof.dr.ir. F.Ph.A. Tellegen aan als voorzitter van de commissie Studium Generale. Ook prof.ir. C. de Beer, prof.dr. H.B. Dorgelo en prof.dr. A. Oldendorff maken er deel van uit en studenten mogen vanaf het begin hun stem laten horen. Een van de studentleden is [[Leemreis J.H. | J.H. (Kees) Leemreis]]. De directeur van het Van Abbemuseum, mr. E.L.L. (Edy) de Wilde, wordt uitgenodigd zitting te nemen als vertegenwoordiger van de wereld van kunst en cultuur. In de begintijd probeert men de programmering af te stemmen met die van het Academisch Genootschap, de Alliance Française en het Nederlands-Engels genootschap in Eindhoven. Tellegen schrijft in 1959 een eerste nota over de doelstellingen van SG. Omdat de THE een openbare instelling is, dient men niet uit te gaan van één levensbeschouwing. Verder moeten in het programma zowel sociale wetenschappen als wijsbegeerte worden opgenomen. Studenten en docenten moeten in samenwerking met elkaar op zoek gaan naar onderwerpen, die de veralgemenisering van de vakwetenschappelijke opleiding en de ‘diepere doordringing van wetenschappelijke vorming in de persoon van de student’ bevorderen. Van de ene kant moeten er aanknopingspunten gezocht worden in het studieprogramma, van de andere kant in de maatschappij. Grote thema’s als ‘de menselijke vrijheid’ worden niet geschuwd. Studentenpater ir. J.J. Bouman en dominee E. Sneller worden als gast uitgenodigd om mee te denken over vrijheid en levensbeschouwing. De programma’s van SG moeten ook aansluiten bij de belangstelling van de studenten. Tellegen vindt het bijvoorbeeld een goed idee om jazzmuziek in verband te brengen met analoge verschijnselen in de schilderkunst.

Versie op 25 feb 2020 15:38