Persoonlijke instellingen

Schagen E. van

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Nasi met vlees)
 
Regel 1: Regel 1:
 +
[[Bestand:Lemma Schagen Foto 1.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Eric van Schagen overhandigt cheque namens UFE '''Jaar:''' 2007 '''Foto:''' [[Bart van Overbeeke]] ]]
 +
Ir. E. (Eric) van Schagen (*1956) behaalde in 1981 zijn ingenieursdiploma technische bedrijfskunde en is sinds 2002 voorzitter van de Stichting Universiteitsfonds Eindhoven UFE. In het dagelijks leven is hij directeur van Simac Techniek. Het bedrijf is als ''small cap ''genoteerd aan de Amsterdamse beurs. Kippen op de grasveldjes achter het Paviljoen, gezamenlijk koffiezetten, protesterende studenten. Eric van Schagen, directeur van Simac Techniek, heeft het allemaal meegemaakt toen hij in de jaren zeventig technische bedrijfskunde studeerde. Afkomstig uit de regio Eindhoven en goed in de exacte vakken lag het voor de hand om in 1974 aan de THE te beginnen. “Zo kon ik fijn in de buurt blijven”, vertelt hij in zijn kantoor in Veldhoven. “Mijn interesses liggen wel wat breder dan alleen de bètavakken. Als ik toen al voor mijn vaders bedrijf Simac had gekozen, had ik elektrotechniek moeten studeren, want daar was het bedrijf toen op gefocust. Maar ik ben nooit zo’n elektrotechnicus of werktuigbouwkundige geweest, altijd meer mathematisch en economisch. In de jaren zeventig werden veel colleges in het Auditorium gegeven, in de zalen volgden alle studenten vakken als wiskunde 10 of wiskunde 20. Dat waren massale hoorcolleges die de basis legden voor de verschillende studies. Alleen de specifieke bedrijfskundecolleges vonden plaats in het Paviljoen. Iedereen zei toen al dat het gebouw op zijn eind liep. Dertig jaar later is het nog steeds in gebruik. Het was en is een fijne plek, waar je lekker de ramen kunt openzetten en het gevoel hebt dat je buiten zit, in plaats van opgesloten tussen de hoogbouw.” De eerste jaren van de studie verliepen voor Van Schagen als op de middelbare school. “Je deed gewoon je vakken en had daarnaast plezier. De wiskundige vakken gingen me makkelijk af. Bedrijfskunde is een heel haalbare studie, minder belastend dan bijvoorbeeld natuurkunde of elektrotechniek. Maar ik heb er veel inzicht door gekregen in organisaties en het sociale functioneren daarvan.”  
Ir. E. (Eric) van Schagen (*1956) behaalde in 1981 zijn ingenieursdiploma technische bedrijfskunde en is sinds 2002 voorzitter van de Stichting Universiteitsfonds Eindhoven UFE. In het dagelijks leven is hij directeur van Simac Techniek. Het bedrijf is als ''small cap ''genoteerd aan de Amsterdamse beurs. Kippen op de grasveldjes achter het Paviljoen, gezamenlijk koffiezetten, protesterende studenten. Eric van Schagen, directeur van Simac Techniek, heeft het allemaal meegemaakt toen hij in de jaren zeventig technische bedrijfskunde studeerde. Afkomstig uit de regio Eindhoven en goed in de exacte vakken lag het voor de hand om in 1974 aan de THE te beginnen. “Zo kon ik fijn in de buurt blijven”, vertelt hij in zijn kantoor in Veldhoven. “Mijn interesses liggen wel wat breder dan alleen de bètavakken. Als ik toen al voor mijn vaders bedrijf Simac had gekozen, had ik elektrotechniek moeten studeren, want daar was het bedrijf toen op gefocust. Maar ik ben nooit zo’n elektrotechnicus of werktuigbouwkundige geweest, altijd meer mathematisch en economisch. In de jaren zeventig werden veel colleges in het Auditorium gegeven, in de zalen volgden alle studenten vakken als wiskunde 10 of wiskunde 20. Dat waren massale hoorcolleges die de basis legden voor de verschillende studies. Alleen de specifieke bedrijfskundecolleges vonden plaats in het Paviljoen. Iedereen zei toen al dat het gebouw op zijn eind liep. Dertig jaar later is het nog steeds in gebruik. Het was en is een fijne plek, waar je lekker de ramen kunt openzetten en het gevoel hebt dat je buiten zit, in plaats van opgesloten tussen de hoogbouw.” De eerste jaren van de studie verliepen voor Van Schagen als op de middelbare school. “Je deed gewoon je vakken en had daarnaast plezier. De wiskundige vakken gingen me makkelijk af. Bedrijfskunde is een heel haalbare studie, minder belastend dan bijvoorbeeld natuurkunde of elektrotechniek. Maar ik heb er veel inzicht door gekregen in organisaties en het sociale functioneren daarvan.”  
Regel 9: Regel 11:
----
----
 +
[[Bestand:Lemma Schagen Foto 2.jpg|thumb|left|500px|'''Titel:''' De Mensa eind jaren tachtig '''Foto:''' [[Archief TU/e]] ]]
Zijn herinneringen aan de TU/e geven vooral een beeld van een gezellige gemeenschap. “Collega’s hadden een eigen stekkie met een eigen koffiezetapparaat. Medewerkers van het bedrijfskundepaviljoen hielden kippen op de grasveldjes naast het gebouw. En op donderdag was het altijd een hele happening in de Bunker. Het was vaste prik om in de mensa te eten voor weinig geld. Bij het eerste bord kreeg je vlees, en vervolgens kon je net zoveel aardappelen en groente bijhalen als je wilde. Dat trok natuurlijk ook veel zwervers aan. Op donderdag was er altijd nasi of bami, daar zat het vlees al in. Dan was het steevast veel drukker. Iedereen ging drie, vier borden halen.” Een andere herinnering gaat over de werktijden. “Op vrijdagmiddag ging iedereen in het Paviljoen altijd ruimschoots op tijd naar huis. Als ik dan uit Amsterdam kwam voor overleg over mijn scriptie, kon ik nooit een afspraak maken om bijvoorbeeld half vijf. Prof. Botter, die toen decaan werd van de afdeling, was een man van de klok. Om negen uur ’s morgens ging hij mensen bellen om vast te stellen of ze al op hun werk waren. Dat leverde enorm veel commotie op. Bedrijfsmatig aansturen van de Universiteit was toen eigenlijk onmogelijk. Het ging er tenslotte om wetenschap. Het geeft aan hoe de tijden veranderd zijn. Nu is alles zakelijker geworden. Je kunt je afvragen welke omgeving het meest inspirerend is voor nieuwe wetenschappelijke ideeën.” Toch is het ook nu nog inspirerend om op de TU/e te zijn, vindt Van Schagen. Hij komt er regelmatig, onder meer als voorzitter van het UFE, de onafhankelijke stichting die geld voor het studentenleven genereert en beheert. “Het is heel leuk om hiermee bezig te zijn. Ik zie het verschil tussen bedrijfsleven en universiteit steeds duidelijker. In mijn directiefunctie mis ik soms de intellectuele uitdaging. Aan een universiteit staat de inhoud voorop. Iedereen is gelijkwaardig en dat bevalt me wel. En de studenten brengen veel dynamiek met zich mee.” Hoewel het niet meer is zoals vroeger. “In de tijd dat ik studeerde waren veel studenten links en zetten zich af tegen de maatschappij. Nu zijn studenten zelfbewuster geworden, veel meer met hun eigen carrière bezig. Dat is mooi om te zien, maar tegelijk lijken ze materialistischer geworden. Dat vind ik jammer. Als je jong bent, moet je kritisch zijn, ook over maatschappelijke zaken. De Eindhovense studenten mogen best eens wat meer een eigen mening laten horen en maatschappelijke discussies aangaan. Ze mogen de stad wel weer eens op z’n kop zetten.”
Zijn herinneringen aan de TU/e geven vooral een beeld van een gezellige gemeenschap. “Collega’s hadden een eigen stekkie met een eigen koffiezetapparaat. Medewerkers van het bedrijfskundepaviljoen hielden kippen op de grasveldjes naast het gebouw. En op donderdag was het altijd een hele happening in de Bunker. Het was vaste prik om in de mensa te eten voor weinig geld. Bij het eerste bord kreeg je vlees, en vervolgens kon je net zoveel aardappelen en groente bijhalen als je wilde. Dat trok natuurlijk ook veel zwervers aan. Op donderdag was er altijd nasi of bami, daar zat het vlees al in. Dan was het steevast veel drukker. Iedereen ging drie, vier borden halen.” Een andere herinnering gaat over de werktijden. “Op vrijdagmiddag ging iedereen in het Paviljoen altijd ruimschoots op tijd naar huis. Als ik dan uit Amsterdam kwam voor overleg over mijn scriptie, kon ik nooit een afspraak maken om bijvoorbeeld half vijf. Prof. Botter, die toen decaan werd van de afdeling, was een man van de klok. Om negen uur ’s morgens ging hij mensen bellen om vast te stellen of ze al op hun werk waren. Dat leverde enorm veel commotie op. Bedrijfsmatig aansturen van de Universiteit was toen eigenlijk onmogelijk. Het ging er tenslotte om wetenschap. Het geeft aan hoe de tijden veranderd zijn. Nu is alles zakelijker geworden. Je kunt je afvragen welke omgeving het meest inspirerend is voor nieuwe wetenschappelijke ideeën.” Toch is het ook nu nog inspirerend om op de TU/e te zijn, vindt Van Schagen. Hij komt er regelmatig, onder meer als voorzitter van het UFE, de onafhankelijke stichting die geld voor het studentenleven genereert en beheert. “Het is heel leuk om hiermee bezig te zijn. Ik zie het verschil tussen bedrijfsleven en universiteit steeds duidelijker. In mijn directiefunctie mis ik soms de intellectuele uitdaging. Aan een universiteit staat de inhoud voorop. Iedereen is gelijkwaardig en dat bevalt me wel. En de studenten brengen veel dynamiek met zich mee.” Hoewel het niet meer is zoals vroeger. “In de tijd dat ik studeerde waren veel studenten links en zetten zich af tegen de maatschappij. Nu zijn studenten zelfbewuster geworden, veel meer met hun eigen carrière bezig. Dat is mooi om te zien, maar tegelijk lijken ze materialistischer geworden. Dat vind ik jammer. Als je jong bent, moet je kritisch zijn, ook over maatschappelijke zaken. De Eindhovense studenten mogen best eens wat meer een eigen mening laten horen en maatschappelijke discussies aangaan. Ze mogen de stad wel weer eens op z’n kop zetten.”
-
[[Bestand:Lemma Schagen Foto 1.jpg|thumb|center|400px|'''Titel:''' Eric van Schagen overhandigt cheque namens UFE '''Jaar:''' 2007 '''Foto:''' [[Bart van Overbeeke]] ]]
+
 
[[Category:Index A-Z]] [[Category:S]] [[Category:Interview]] [[Category:Personen]] [[Category:S-Bronvermelding]]
[[Category:Index A-Z]] [[Category:S]] [[Category:Interview]] [[Category:Personen]] [[Category:S-Bronvermelding]]

Huidige versie per 25 feb 2020 14:45