Topsport
Uit Tuencyclopedie
Regel 1: | Regel 1: | ||
Een student aan de TU/e die topsport bedrijft, kan een beroep doen op een speciale regeling als hij of zij door het beoefenen van die sport vertraging in de studie oploopt. Natuurlijk komt niet iedere sporter daarvoor in aanmerking. Er wordt consciëntieus gekeken naar het niveau waarop een sport wordt beoefend en de directeur van het Studentensportcentrum wordt om advies gevraagd. Wie officieel erkend wordt, krijgt maximaal twaalf maanden lang recht op een door de TU/e betaalde studiebeurs. Deze regeling ontstond in de jaren negentig. Een greep uit de groep (oud)-studenten en medewerkers uit de kategorie topsporters. | Een student aan de TU/e die topsport bedrijft, kan een beroep doen op een speciale regeling als hij of zij door het beoefenen van die sport vertraging in de studie oploopt. Natuurlijk komt niet iedere sporter daarvoor in aanmerking. Er wordt consciëntieus gekeken naar het niveau waarop een sport wordt beoefend en de directeur van het Studentensportcentrum wordt om advies gevraagd. Wie officieel erkend wordt, krijgt maximaal twaalf maanden lang recht op een door de TU/e betaalde studiebeurs. Deze regeling ontstond in de jaren negentig. Een greep uit de groep (oud)-studenten en medewerkers uit de kategorie topsporters. | ||
- | [[Custers P.J.J.M. | P.J.J.M. (Pieter) Custers]] (*1984) | + | [[Custers P.J.J.M. | P.J.J.M. (Pieter) Custers]] (*1984) studeerde van 2003 tot 2008 elektrotechniek en deed daarnaast aan handboogschieten. Met resultaat, want hij won maar liefst zestien nationale juniorentitels en werd drie maal kampioen bij de senioren. In 2004 haalde hij goud op de Europese kampioenschappen voor teams in Brussel en een vijfde plek op de Olympische Spelen van Athene. Was de combinatie topsport en studie goed te verenigen? “Het is ieder jaar en ieder trimester weer de kunst om het juiste evenwicht te vinden. Topsport en een universitaire studie zijn zaken die eigenlijk beide fulltime aandacht nodig hebben. In de jaren voor de Olympische Spelen heb ik mijn studie tweemaal voor drie maanden stilgelegd. De jaren na de Spelen probeer ik dan het programma zo goed mogelijk te volgen. Het is niet altijd makkelijk, vooral niet in de zomermaanden omdat ik dan veel op trainingsstage ben of aan toernooien deelneem.” Sinds 2005 is er op de TU/e een handboogvereniging. Dat maakte het voor Pieter mogelijk om in tussenuren te trainen. |
- | Ook oud-topsporter ir. [[Delhij C.A.C.A. | C.A.C.A. (Karel) Delhij]] (*1955) studeerde elektrotechniek, en wel van 1973 tot 1982. Hij begon in 1975 met roeien en won in zijn roeiersloopbaan 32 wedstrijden. “En een veelvoud daarvan heb ik verloren”, voegt hij er in een e-mail aan toe. De hoogtepunten zijn ongetwijfeld het behalen van de nationale titel op het onderdeel skiff in 1978 en het winnen van de zogenaamde ‘Skiffhead’ in 1981, (“vóór wereldkampioen Peter-Michael Kolbe”). In 1982 werd hij nationaal kampioen dubbelvier, met o.a. het roeiduo Nico Rienks en Ronald Florijn in de boot. “Studie en intensief sporten valt prima met elkaar te combineren, mits je over voldoende zelfdiscipline beschikt. Dat had ik niet in voldoende mate, zodat de studie veel meer vertraging opliep dan nodig was geweest”, | + | Ook oud-topsporter ir. [[Delhij C.A.C.A. | C.A.C.A. (Karel) Delhij]] (*1955) studeerde elektrotechniek, en wel van 1973 tot 1982. Hij begon in 1975 met roeien en won in zijn roeiersloopbaan 32 wedstrijden. “En een veelvoud daarvan heb ik verloren”, voegt hij er in een e-mail aan toe. De hoogtepunten zijn ongetwijfeld het behalen van de nationale titel op het onderdeel skiff in 1978 en het winnen van de zogenaamde ‘Skiffhead’ in 1981, (“vóór wereldkampioen Peter-Michael Kolbe”). In 1982 werd hij nationaal kampioen dubbelvier, met o.a. het roeiduo Nico Rienks en Ronald Florijn in de boot. “Studie en intensief sporten valt prima met elkaar te combineren, mits je over voldoende zelfdiscipline beschikt. Dat had ik niet in voldoende mate, zodat de studie veel meer vertraging opliep dan nodig was geweest”, aldus Delhij in 2006. Hij vervolgde zijn loopbaan als systeemontwerper bij de NS en bleef dat combineren met sporten als hardlopen, fietsen en bergbeklimmen. De fysieke en mentale conditie die hij in zijn roei-jaren opbouwde bleef hem daarbij van pas komen. De belangstelling en steun van de kant van het Studenten Sportcentrum heeft hij steeds als heel plezierig ervaren. |
[[Bestand:Lemma Topsport Foto 1.jpg|thumb|right|300px|'''Titel:''' Dirk Lippits bij zijn promotie '''Jaar:''' 2007 '''Foto:''' [[Photodette]] ]] | [[Bestand:Lemma Topsport Foto 1.jpg|thumb|right|300px|'''Titel:''' Dirk Lippits bij zijn promotie '''Jaar:''' 2007 '''Foto:''' [[Photodette]] ]] | ||
- | Ir. [[Lippits D.R. | D.R. (Dirk) Lippits]] (*1977) | + | Ir. [[Lippits D.R. | D.R. (Dirk) Lippits]] (*1977) combineerde zijn promotie-onderzoek bij de vakgroep Polymeertechnologie van prof. dr. P.J. Lemstra (faculteit Scheikundige Technologie) met het roeien op internationaal topniveau. Dat betekende het hele jaar door vier uur per dag trainen in de skiff, zo berichtte destijds de website van DSM. Lippits was vaak te vinden op het Eindhovens kanaal. DSM was niet alleen zijn sponsor, maar financierde ook zijn promotie-onderzoek naar ''ultra high molecular weight ''polyethyleen voor medische toepassingen in heup-of knieprotheses. Lippits publiceerde over zijn onderzoek onder meer in het wetenschappelijk tijdschrift ''Nature ''. Hij begon zijn sportloopbaan als tienkamper, voor hem ‘het summum van sport’. Toen hij aan een knie geblesseerd raakte, moest hij als revalidatie gaan roeien. En daar bleek hij talent voor te hebben. De erelijst van Thêta-roeier Lippits is indrukwekkend. Tijdens de Olympische Spelen van 2000 haalde hij zilver in de dubbel vier en een jaar later herhaalde de Nederlandse roeiploeg die prestatie tijdens de wereldkampioenschappen. In latere jaren concentreerde Lippits zich op het onderdeel skiff. In 2004 bracht hij het bij de Olympische Spelen tot de halve finale. Hoe combineerde hij zijn opleiding met zijn sportactiviteiten? “Door de vrijheid en de samenwerking op de faculteit was het niet moeilijk om studie met topsport te combineren. Ik heb wel veel aan zelfstudie moeten doen, maar ik kon de tentamens heel flexibel mondeling afleggen, of op een andere dan de daarvoor vastgestelde datum.” |