Studievoorlichting
Uit Tuencyclopedie
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | [[Bestand:Lemma 209 Foto 1.jpg|thumb|left| | + | [[Bestand:Lemma 209 Foto 1.jpg|thumb|left|475px|'''Titel:''' Bezoeksters van de voorlichtingsdagen voor meisjes '''Jaar:''' 1970 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]] |
Een van de opdrachten die de THE in 1957 had, was het beter benutten van het potentieel van getalenteerde middelbare scholieren in het zuiden van Nederland. En dat leek in het eerste het beste studiejaar al meteen te lukken. Het aantal studenten dat zich aanmeldde, overtrof dubbel en dwars de verwachtingen. In vijf jaar tijd groeide de THE van zo’n 250 tot meer dan 1300 studenten. De maatschappij veranderde, de instroom steeg en rond 1970 telde de Hogeschool meer dan 4200 studenten. In het vijftigste jaar stond de teller op meer dan 7200. In die halve eeuw onderging het proces van het informeren van scholieren over het aanbod van studierichtingen een complete gedaanteverandering en professionalisering. Behoorde het verstrekken van informatie in het prille begin exclusief tot de verantwoordelijkheid van de docenten, later werd het een taak voor de studentendecanen en tenslotte kwamen de studievoorlichters en communicatiespecialisten in beeld. | Een van de opdrachten die de THE in 1957 had, was het beter benutten van het potentieel van getalenteerde middelbare scholieren in het zuiden van Nederland. En dat leek in het eerste het beste studiejaar al meteen te lukken. Het aantal studenten dat zich aanmeldde, overtrof dubbel en dwars de verwachtingen. In vijf jaar tijd groeide de THE van zo’n 250 tot meer dan 1300 studenten. De maatschappij veranderde, de instroom steeg en rond 1970 telde de Hogeschool meer dan 4200 studenten. In het vijftigste jaar stond de teller op meer dan 7200. In die halve eeuw onderging het proces van het informeren van scholieren over het aanbod van studierichtingen een complete gedaanteverandering en professionalisering. Behoorde het verstrekken van informatie in het prille begin exclusief tot de verantwoordelijkheid van de docenten, later werd het een taak voor de studentendecanen en tenslotte kwamen de studievoorlichters en communicatiespecialisten in beeld. | ||