Persoonlijke instellingen

Steenkamp P.A.J.M.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Zomercommissie)
(Glazen huis)
 
Regel 15: Regel 15:
----
----
-
De combinatie van wetenschap met politiek heeft er bij Steenkamp altijd ingezeten. Als student was hij voorzitter van de christen-democratische fractie in het landelijke jeugdparlement. Van 1965 tot 1999 was hij lid van de Eerste Kamer, waarvan acht jaar als voorzitter. Twee keer was hij informateur voor een kabinet, in 1971 en in 1982. En in de jaren zeventig bracht hij de christelijke partijen KVP, CHU en ARP bij elkaar en gaf hij leiding aan de oprichting van het CDA. Toen het CDA in 1980 een feit was geworden, trad Steenkamp af als voorzitter. “Tot die tijd was ik parttime voorzitter geweest, omdat de Hogeschool voor mij altijd voor ging. Maar in 1980 wilde het CDA een fulltime voorzitter om de drie partijen met hun organisaties in elkaar te schuiven. Ik heb toen gekozen voor de THE, hoezeer het me ook aan mijn hart ging. Tot aan mijn pensioen ben ik hier gebleven.” Voor zijn gevoel moest hij altijd heel voorzichtig zijn om geen politieke voorkeur uit te spreken. “Soms voelde dat als een glazen huis”, herinnert hij zich. “Ik was de enige hoogleraar van wie iedereen de politieke kleur wist. Maar ik heb nooit een klacht gehad dat ik te partijdig college gaf. Wel vroegen ze me soms of ik de dingen niet door elkaar haalde. Ik gaf eens een college over de arbeidersbeweging in de negentiende eeuw. Ik had een schets gegeven van de grote betekenis van Karl Marx. In de koffiepauze kwam er een student op mij af: ‘Professor, ik dacht dat u katholiek was!’ ‘Ben ik ook’, antwoordde ik, ‘het volgende uur zal ik het over de katholieken en de protestanten hebben.” Steenkamp vond het verschrikkelijk om met pensioen te gaan. In 1989 bood hij de Universiteit aan om gratis college te blijven geven. “Ter Heege, voorzitter van het College van Bestuur, heeft mijn verzoek afgewezen. ‘Als we dat doen’, zei hij, ‘scheppen we een precedent.’ Dan willen anderen dat ook, terwijl de Universiteit die mensen misschien liever kwijt wil. Ik begreep hem heel goed, maar jammer was het wel.” Inmiddels is Steenkamp de tachtig gepasseerd. Maar hij leest nog iedere dag zeven kranten, waaronder twee Duitse, en de ''International Herald Tribune. ''“Dat zijn de fijnste uurtjes van de dag”, zegt hij glunderend. Na afloop van het gesprek voelt hij zich nog opvallend fit. “Dat komt omdat dit onderwerp me interesseert. Het is mijn leven geweest. Daarompraat ik er met zoveel liefde over.”
+
De combinatie van wetenschap met politiek heeft er bij Steenkamp altijd ingezeten. Als student was hij voorzitter van de christen-democratische fractie in het landelijke jeugdparlement. Van 1965 tot 1999 was hij lid van de Eerste Kamer, waarvan acht jaar als voorzitter. Twee keer was hij informateur voor een kabinet, in 1971 en in 1982. En in de jaren zeventig bracht hij de christelijke partijen KVP, CHU en ARP bij elkaar en gaf hij leiding aan de oprichting van het CDA. Toen het CDA in 1980 een feit was geworden, trad Steenkamp af als voorzitter. “Tot die tijd was ik parttime voorzitter geweest, omdat de Hogeschool voor mij altijd voor ging. Maar in 1980 wilde het CDA een fulltime voorzitter om de drie partijen met hun organisaties in elkaar te schuiven. Ik heb toen gekozen voor de THE, hoezeer het me ook aan mijn hart ging. Tot aan mijn pensioen ben ik hier gebleven.” Voor zijn gevoel moest hij altijd heel voorzichtig zijn om geen politieke voorkeur uit te spreken. “Soms voelde dat als een glazen huis”, herinnert hij zich. “Ik was de enige hoogleraar van wie iedereen de politieke kleur wist. Maar ik heb nooit een klacht gehad dat ik te partijdig college gaf. Wel vroegen ze me soms of ik de dingen niet door elkaar haalde. Ik gaf eens een college over de arbeidersbeweging in de negentiende eeuw. Ik had een schets gegeven van de grote betekenis van Karl Marx. In de koffiepauze kwam er een student op mij af: ‘Professor, ik dacht dat u katholiek was!’ ‘Ben ik ook’, antwoordde ik, ‘het volgende uur zal ik het over de katholieken en de protestanten hebben.” Steenkamp vond het verschrikkelijk om met pensioen te gaan. In 1989 bood hij de Universiteit aan om gratis college te blijven geven. “Ter Heege, voorzitter van het College van Bestuur, heeft mijn verzoek afgewezen. ‘Als we dat doen’, zei hij, ‘scheppen we een precedent.’ Dan willen anderen dat ook, terwijl de Universiteit die mensen misschien liever kwijt wil. Ik begreep hem heel goed, maar jammer was het wel.” Inmiddels (2006, red.) is Steenkamp de tachtig gepasseerd. Maar hij leest nog iedere dag zeven kranten, waaronder twee Duitse, en de ''International Herald Tribune. ''“Dat zijn de fijnste uurtjes van de dag”, zegt hij glunderend. Na afloop van het gesprek voelt hij zich nog opvallend fit. “Dat komt omdat dit onderwerp me interesseert. Het is mijn leven geweest. Daarompraat ik er met zoveel liefde over.”
[[Category:Index A-Z]] [[Category:S]] [[Category:Interview]] [[Category:Personen]] [[Category:S-Bronvermelding]]
[[Category:Index A-Z]] [[Category:S]] [[Category:Interview]] [[Category:Personen]] [[Category:S-Bronvermelding]]

Huidige versie per 9 mei 2019 08:49