Steenkamp P.A.J.M.
Uit Tuencyclopedie
(→Zomercommissie) |
|||
Regel 10: | Regel 10: | ||
---- | ---- | ||
- | In 1969 was Nederland in de ban van studentenopstanden. Het Maagdenhuis in Amsterdam en ook de Katholieke Hogeschool Tilburg werden bezet. “De leiding was buiten de deur gezet, de hele instelling lag lam. Ook in Eindhoven was er onrust, hoewel er niet echt een opstand is geweest. Dat hebben we voorkomen door onze Zomercommissie van medewerkers en studenten. Onder mijn leiding kwam de commissie bij elkaar in het retraitehuis van de paters jezuïeten in Heeze. We hebben er maar liefst veertig dagen vergaderd over allerlei vormen van inspraak. Ook burgemeester Witte van Eindhoven deed mee, als president-curator van de THE. En rector magnificus professor Van Trier | + | In 1969 was Nederland in de ban van studentenopstanden. Het Maagdenhuis in Amsterdam en ook de Katholieke Hogeschool Tilburg werden bezet. “De leiding was buiten de deur gezet, de hele instelling lag lam. Ook in Eindhoven was er onrust, hoewel er niet echt een opstand is geweest. Dat hebben we voorkomen door onze Zomercommissie van medewerkers en studenten. Onder mijn leiding kwam de commissie bij elkaar in het retraitehuis van de paters jezuïeten in Heeze. We hebben er maar liefst veertig dagen vergaderd over allerlei vormen van inspraak. Ook burgemeester Witte van Eindhoven deed mee, als president-curator van de THE. En rector magnificus professor Van Trier van de afdeling der Elektrotechniek, een wijze man die wetenschappelijke kennis koppelde aan gevoel voor bestuur.” Het ging er fel aan toe, vertelt Steenkamp met glinsterende ogen. “We dachten dat het nooit zou lukken. Maar ik ben van nature een bemiddelaar. Aan het einde kwamen we met een eensgezind rapport over inspraak voor alle geledingen van de Hogeschool. Zo hadden we afgesproken dat kritiek op de vorm van colleges mocht, maar dat het wetenschappelijk personeel het wetenschappelijk gehalte zou bewaken.” Het rapport van de Zomercommissie heeft grote invloed gehad op de THE. Het mondde uit in de oprichting van de voorlopige Hogeschoolraad, de VHR, in 1969, waarmee de THE landelijk voorop liep. Steenkamp was er de eerste voorzitter van. Maar hij trok zich na een paar maanden terug toen de VHR besloot niet mee te beslissen over het beleid van de Hogeschool. “De sfeer was niet prettig”, herinnert Steenkamp zich. “Er zijn daarna nog vaak conflicten geweest tussen de Raad en de Hogeschool.” Steenkamp is vrijwel onafgebroken decaan geweest van de onderafdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen. Maar vooral het geven van college deed hij met veel plezier. “Ik probeerde iedere week een aanvulling op de colleges te geven. Ook las ik veel buitenlandse literatuur, want ik wilde aan de studenten leren hoe het eraan toegaat in andere landen, zeker op weg naar de Europese eenwording.” De studenten waardeerden zijn colleges en vonden ze spannend. In de jaarlijkse onderwijsevaluaties scoorde hij altijd hoog. Voor het eerste college nodigde hij vaak politici uit, waaronder Van Agt en Kok. Half politiek Den Haag heeft volgens zijn zeggen bij hem voor het bord gestaan. |
=== Glazen huis === | === Glazen huis === |