Persoonlijke instellingen

Stambomen

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Stambomen)
(Leerstoelopvolging)
 
Regel 4: Regel 4:
----
----
-
Oud-medewerker dr.ir. S.P. Lankhuijzen stelde in 1994 een hooglerarenstamboom samen voor de faculteit Scheikundige Technologie waaraan hij dertig jaar verbonden was geweest. Zo’n overzicht maakt in één oogopslag inzichtelijk welke leerstoelen in een onafgebroken lijn zijn bezet. Zo loopt er een lijn van de katalysehoogleraren prof.ir. J.G. Hoogland, prof.dr. G.C.A. Schuit, prof.dr. [[Prins R. | R. Prins]] tot aan prof.dr. R.A.van Santen. Soms gebeurt het dat twee daarvóór zelfstandige leerstoelen als in een chemisch huwelijk versmelten tot één nieuwe. Hier en daar vertoont de stamboom een dode tak, als de leerstoelendans een verliezer heeft opgeleverd. Wanneer een emeritus niet meer wordt opgevolgd, verdwijnt de leerstoel en verdampt ter plekke de opgebouwde kennis uit die discipline. Zo is in Eindhoven met het emeritaat van prof.dr.ir. C.A.M.G. Cramers de leerstoel instrumentele analyse verdwenen die voor het eerst in 1958 door prof.dr.ir. [[Keulemans A.I.M. | A.I.M. Keulemans]] werd vertegenwoordigd.  
+
Oud-medewerker dr.ir. S.P. Lankhuijzen stelde in 1994 een hooglerarenstamboom samen voor de faculteit Scheikundige Technologie waaraan hij dertig jaar verbonden was geweest. Zo’n overzicht maakt in één oogopslag inzichtelijk welke leerstoelen in een onafgebroken lijn zijn bezet. Zo loopt er een lijn van de katalysehoogleraren prof.ir. J.G. Hoogland, prof.dr. G.C.A. Schuit, prof.dr. [[Prins R. | R. Prins]] tot aan prof.dr. R.A.van Santen. Soms gebeurt het dat twee daarvóór zelfstandige leerstoelen als in een chemisch huwelijk versmelten tot één nieuwe. Hier en daar vertoont de stamboom een dode tak, als de leerstoelendans een verliezer heeft opgeleverd. Wanneer een emeritus niet meer wordt opgevolgd, verdwijnt de leerstoel en verdampt ter plekke de opgebouwde kennis uit die discipline. Zo is in Eindhoven met het emeritaat van prof.dr.ir. C.A.M.G. Cramers de leerstoel instrumentele analyse verdwenen die voor het eerst in 1958 door prof.dr.ir. [[Keulemans A.I.M. | A.I.M. Keulemans]] werd vertegenwoordigd.
 +
 
 +
[[Bestand:Lemma Stambomen foto 2.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Prof.dr. Jelle Hoogland leidt Koningin Juliana rond tijdens haar werkbezoek op 26 September 1963 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
 +
 
 +
[[Bestand:Lemma Stambomen foto 1.jpg|thumb|right|300px|'''Titel:''' Prof.dr. Rutger van Santen (rechts) met prof.dr. Martien de Voigt, ca. 1995 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
=== Nobelprijswinnaars ===
=== Nobelprijswinnaars ===
----
----
-
Nederland kende aan het eind van de negentiende eeuw een natuurwetenschappelijke bloeiperiode. Zeven onderzoekers werden onderscheiden met de Nobelprijs voor hun vakgebied, onder wie de vier fysici J.D. van der Waals (Amsterdam) , H.A. Lorentz (Leiden) , P. Zeeman (Amsterdam) en H. Kamerlingh Onnes (Leiden). Zij lieten hun sporen na in de Nederlandse onderzoekswereld, ook via hun promovendi. En sommige van die sporen leiden naar Eindhoven. Nemen we bijvoorbeeld Lorentz. Een van zijn promovendi was L.S. Ornstein. Ornstein werd hoogleraar in Utrecht en trad in 1924 op als promotor van H.B. Dorgelo >, de latere eerste rector magnificus van de THE. “Met hartgrondige dankbaarheid denk ik terug aan alles wat gij mij hebt willen zijn gedurende den tijd, dat ik uw assistent was en aan de voortdurende steun en bezieling bij de bewerking van dit proefschrift ondervonden. Gij bezit het geheim om u heen te scheppen een sfeer van vriendschap, waarin gewerkt wordt uit liefde voor de arbeid en voor de wetenschap”, schrijft Dorgelo in zijn proefschrift over zijn promotor. Op zijn beurt heeft Dorgelo in Eindhoven slechts één promotie begeleid, die van ir. K. Reinsma in 1960. De zoon van L.S. Ornstein, dr. [[Ornstein L.Th.M. | L.Th.M. Ornstein]], werd overigens in 1987 aan de TU/e aangesteld als bijzonder hoogleraar in het plasma-onderzoek. Een tweede voorbeeld: Kamerlingh Onnes. In 1905 was W.J. de Haas assistent in zijn laboratorium in Leiden. De Haas (die trouwde met een dochter van Lorentz) wordt later hoogleraar in Delft, in Groningen en tenslotte in Leiden. In 1940 promoveert P. van der Leeden bij De Haas op een proefschrift ''Geleiding van warmte en elektriciteit door metalen''. Van der Leeden behoort tot de groep van hoogleraren die na een aanstelling in Bandung tot hoogleraar aan de THE worden benoemd. In 1970 treedt hij op als promotor van ir. [[Jonge W.J.M. de | W.J.M. de Jonge]], die later zelf een aanstelling tot hoogleraar aan de THE zal krijgen. De derde stamboomlijn begint bij Zeeman. In 1923 studeert C. Zwikker af bij deze Nobelprijslaureaat. Volgens dr.ir. F.A.P. Blom, voormalig opleidingsdirecteur van de faculteit Technische Natuurkunde, wilde Zwikker vervolgens ook bij Zeeman promoveren. “Maar hij zag dat alle kandidaten daar zo’n zeven jaar over deden. Het verhaal gaat dat er twee uitzonderingen waren: beiden waren dat promovendi die met dochters van Zeeman getrouwd waren. Zwikker zocht een baan in het Philips Natuurkundig Laboratorium bij dr. [[Holst G. | Gilles Holst, waar hij belangrijk onderzoek deed aan wolfraam. Na een paar jaar ging hij op bezoek bij Zeeman. Toen Zwikker hem vertelde over zijn wolfraamonderzoek, zei Zeeman: ‘Schrijf dat op, daar kun je op promoveren’. En in plaats van zeven jaar was hij in twee jaar klaar.” Zwikker werkte daarna bij het Luchten Ruimtevaart Laboratorium en was directeur van Philips Licht, tot hij als hoogleraar aan de THE benoemd werd. Blom was in 1970 de laatste promovendus van Zwikker.  
+
Nederland kende aan het eind van de negentiende eeuw een natuurwetenschappelijke bloeiperiode. Zeven onderzoekers werden onderscheiden met de Nobelprijs voor hun vakgebied, onder wie de vier fysici J.D. van der Waals (Amsterdam) , H.A. Lorentz (Leiden) , P. Zeeman (Amsterdam) en H. Kamerlingh Onnes (Leiden). Zij lieten hun sporen na in de Nederlandse onderzoekswereld, ook via hun promovendi. En sommige van die sporen leiden naar Eindhoven. Nemen we bijvoorbeeld Lorentz. Een van zijn promovendi was L.S. Ornstein. Ornstein werd hoogleraar in Utrecht en trad in 1924 op als promotor van H.B. Dorgelo, de latere eerste rector magnificus van de THE. “Met hartgrondige dankbaarheid denk ik terug aan alles wat gij mij hebt willen zijn gedurende den tijd, dat ik uw assistent was en aan de voortdurende steun en bezieling bij de bewerking van dit proefschrift ondervonden. Gij bezit het geheim om u heen te scheppen een sfeer van vriendschap, waarin gewerkt wordt uit liefde voor de arbeid en voor de wetenschap”, schrijft Dorgelo in zijn proefschrift over zijn promotor. Op zijn beurt heeft Dorgelo in Eindhoven slechts één promotie begeleid, die van ir. K. Reinsma in 1960. De zoon van L.S. Ornstein, dr. [[Ornstein L.Th.M. | L.Th.M. Ornstein]], werd overigens in 1987 aan de TU/e aangesteld als bijzonder hoogleraar in het plasma-onderzoek. Een tweede voorbeeld: Kamerlingh Onnes. In 1905 was W.J. de Haas assistent in zijn laboratorium in Leiden. De Haas (die trouwde met een dochter van Lorentz) wordt later hoogleraar in Delft, in Groningen en tenslotte in Leiden. In 1940 promoveert P. van der Leeden bij De Haas op een proefschrift ''Geleiding van warmte en elektriciteit door metalen''. Van der Leeden behoort tot de groep van hoogleraren die na een aanstelling in Bandung tot hoogleraar aan de THE worden benoemd. In 1970 treedt hij op als promotor van ir. [[Jonge W.J.M. de | W.J.M. de Jonge]], die later zelf een aanstelling tot hoogleraar aan de THE zal krijgen. De derde stamboomlijn begint bij Zeeman. In 1923 studeert C. Zwikker af bij deze Nobelprijslaureaat. Volgens dr.ir. F.A.P. Blom, voormalig opleidingsdirecteur van de faculteit Technische Natuurkunde, wilde Zwikker vervolgens ook bij Zeeman promoveren. “Maar hij zag dat alle kandidaten daar zo’n zeven jaar over deden. Het verhaal gaat dat er twee uitzonderingen waren: beiden waren dat promovendi die met dochters van Zeeman getrouwd waren. Zwikker zocht een baan in het Philips Natuurkundig Laboratorium bij dr. [[Holst G. | Gilles Holst ]], waar hij belangrijk onderzoek deed aan wolfraam. Na een paar jaar ging hij op bezoek bij Zeeman. Toen Zwikker hem vertelde over zijn wolfraamonderzoek, zei Zeeman: ‘Schrijf dat op, daar kun je op promoveren’. En in plaats van zeven jaar was hij in twee jaar klaar.” Zwikker werkte daarna bij het Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium en was directeur van Philips Licht, tot hij als hoogleraar aan de THE benoemd werd. Blom was in 1970 de laatste promovendus van Zwikker.
-
 
+
=== Family ties ===
=== Family ties ===
----
----
-
In sommige families stroomt hoogleraarsbloed door de aderen. Zo was de vader van de fysicus prof.dr. H.H. Brongersma hoogleraar in de biologie in Leiden en was zijn moeder als oceanografe aan dezelfde instelling verbonden. De Amsterdamse hoogleraar in de natuurkunde, R. Sissingh, was een oom van Brongersma. Van de twee zonen van Brongersma die aan de TU/e technische natuurkunde studeerden, is er een hoogleraar aan Stanford University. Prof.dr. [[Michels M.A.J. | M.A.J. Michels]], hoogleraar polymeerfysica in Eindhoven, is een zoon van de fysicus prof.dr. A.M.J.F. Michels die directeur was van het Van der Waalslaboratorium aan de Universiteit van Amsterdam. Ook zijn moeder was gepromoveerd in de fysica. De vader van de Eindhovense wiskundehoogleraar prof.dr. [[Peletier M.A. | M.A. (Mark) Peletier]], L.A. Peletier, promoveerde in 1967 in Eindhoven bij prof.dr. L.J.F. Broer en werd later hoogleraar aan de universiteit van Sussex, de TH Delft en de Rijksuniversiteit Leiden. In het geval van de familie Peletier zijn de lijnen van het fysieke en het wetenschappelijk vaderschap op een wonderlijke wijze verstrengeld geraakt: L.A. Peletier was in Leiden de promotor van C.J. van Duijn, de huidige TU/e-rector. Van Duijn was op zijn beurt weer de promotor van Mark Peletier. [[Wiskunde]] In mathematische kringen is het Erdösgetal onderdeel van de folkore. Dit getal duidt op verwantschap die is ontstaan door wetenschappelijke samenwerking. De beroemde wiskundige P. Erdös publiceerde samen met ruim vijfhonderd mathematici honderden artikelen. Deze co-ateurs publiceerden op hun beurt ook weer met anderen. Ooit is iemand begonnen met het toekennen van getallen om de ''samenwerkingsafstand ''tot Erdös in beeld te brengen. Erdös zelf kreeg het getal nul toegewezen, co-auteurs het getal één en co-auteurs van co-auteurs het getal twee, enzovoort. De Eindhovense wiskundigen [[Bruijn N.G. de | N.G. de Bruijn]] en [[Lint J.H. van | J.H. van Lint]] die respectievelijk zes en twee artikelen met Erdös publiceerden, scoren dus hoog in de rangorde.  
+
In sommige families stroomt hoogleraarsbloed door de aderen. Zo was de vader van de fysicus prof.dr. H.H. Brongersma hoogleraar in de biologie in Leiden en was zijn moeder als oceanografe aan dezelfde instelling verbonden. De Amsterdamse hoogleraar in de natuurkunde, R. Sissingh, was een oom van Brongersma. Van de twee zonen van Brongersma die aan de TU/e technische natuurkunde studeerden, is er een hoogleraar aan Stanford University. Prof.dr. [[Michels M.A.J. | M.A.J. Michels]], hoogleraar polymeerfysica in Eindhoven, is een zoon van de fysicus prof.dr. A.M.J.F. Michels die directeur was van het Van der Waalslaboratorium aan de Universiteit van Amsterdam. Ook zijn moeder was gepromoveerd in de fysica. De vader van de Eindhovense wiskundehoogleraar prof.dr. [[Peletier M.A. | M.A. (Mark) Peletier]], L.A. Peletier, promoveerde in 1967 in Eindhoven bij prof.dr. L.J.F. Broer en werd later hoogleraar aan de universiteit van Sussex, de TH Delft en de Rijksuniversiteit Leiden. In het geval van de familie Peletier zijn de lijnen van het fysieke en het wetenschappelijk vaderschap op een wonderlijke wijze verstrengeld geraakt: L.A. Peletier was in Leiden de promotor van C.J. van Duijn, hoogleraar aan en van 2005-2014 rector-magnificus van de TU/e. Van Duijn was op zijn beurt weer de promotor van Mark Peletier.'
 +
 
 +
=== Wiskunde ===
 +
 
 +
----
 +
 
 +
In mathematische kringen is het Erdösgetal onderdeel van de folkore. Dit getal duidt op verwantschap die is ontstaan door wetenschappelijke samenwerking. De beroemde wiskundige P. Erdös publiceerde samen met ruim vijfhonderd mathematici honderden artikelen. Deze co-ateurs publiceerden op hun beurt ook weer met anderen. Ooit is iemand begonnen met het toekennen van getallen om de ''samenwerkingsafstand ''tot Erdös in beeld te brengen. Erdös zelf kreeg het getal nul toegewezen, co-auteurs het getal één en co-auteurs van co-auteurs het getal twee, enzovoort. De Eindhovense wiskundigen [[Bruijn N.G. de | N.G. de Bruijn]] en [[Lint J.H. van | J.H. van Lint]] die respectievelijk zes en twee artikelen met Erdös publiceerden, scoren dus hoog in de rangorde.
 +
 
 +
 
 +
[[Bestand:Lemma 28 Foto 1.jpg|thumb|left|200px|'''Titel:''' Prof.dr. N.G. de Bruijn, 1983 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
 +
 
 +
[[Bestand:Lemma Stambomen foto 3.jpg|thumb|right|200px|'''Titel:''' Prof.dr. J.H. van Lint, 1981 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
=== Netwerken ===
=== Netwerken ===

Huidige versie per 3 mei 2019 09:53