Ros P.
Uit Tuencyclopedie
(→Ros P.) |
(→‘Kleine wis’) |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
In het tweede jaar kwamen er een paar honderd studenten bij. “We waren inmiddels wat meer gesetteld”, vertelt Ros. “De eerste drie jaar hebben we in het Paviljoen gezeten. Hier zaten we allemaal bij elkaar, met één kleine kantine. Het was een prettige sfeer. Die eerste jaren zijn het Hoofdgebouw, de scheikundehallen en de W- en E-Hallen gebouwd. Na ons kandidaatsexamen konden we daar terecht.” Keuzevakken waren er nog niet zoveel. “Het enige waaruit we konden kiezen was ‘kleine wis’ of ‘grote wis’: scheikunde met een klein of groot wiskundepakket. Dat laatste heb ik gedaan. Na het kandidaatsexamen was er meer om tussen te kiezen. Soms schreven zich heel weinig studenten in voor een keuzevak. Ik heb een half jaar lang twee uur per week college gehad van prof. Peremans op zijn kamer, voor mij alleen! Hij draaide het hele college af, in plaats van mij te verwijzen naar een of ander boek.” In 1962 was Ros klaar. “Ik zat bij de eerste lichting van tien afstudeerders. Dat was een heel feest in de grote collegezaal, met een toespraak en veel belangstelling van hoogleraren en zelfs de pers. Vervolgens ben ik gebleven om te promoveren op een theoretisch onderwerp. Zonder experimenten, maar wel met de computer. De enige computer op de THE stond bij de onderafdeling der Wiskunde. Aangezien zij hem altijd nodig hadden, heb ik het meeste werk ’s avonds en ’s nachts moeten doen. Het ging allemaal traag. De invoering ging via een ponsband. Het duurde een half uur om de gegevens in te lezen. Maar het was een adequaat hulpmiddel.” | In het tweede jaar kwamen er een paar honderd studenten bij. “We waren inmiddels wat meer gesetteld”, vertelt Ros. “De eerste drie jaar hebben we in het Paviljoen gezeten. Hier zaten we allemaal bij elkaar, met één kleine kantine. Het was een prettige sfeer. Die eerste jaren zijn het Hoofdgebouw, de scheikundehallen en de W- en E-Hallen gebouwd. Na ons kandidaatsexamen konden we daar terecht.” Keuzevakken waren er nog niet zoveel. “Het enige waaruit we konden kiezen was ‘kleine wis’ of ‘grote wis’: scheikunde met een klein of groot wiskundepakket. Dat laatste heb ik gedaan. Na het kandidaatsexamen was er meer om tussen te kiezen. Soms schreven zich heel weinig studenten in voor een keuzevak. Ik heb een half jaar lang twee uur per week college gehad van prof. Peremans op zijn kamer, voor mij alleen! Hij draaide het hele college af, in plaats van mij te verwijzen naar een of ander boek.” In 1962 was Ros klaar. “Ik zat bij de eerste lichting van tien afstudeerders. Dat was een heel feest in de grote collegezaal, met een toespraak en veel belangstelling van hoogleraren en zelfs de pers. Vervolgens ben ik gebleven om te promoveren op een theoretisch onderwerp. Zonder experimenten, maar wel met de computer. De enige computer op de THE stond bij de onderafdeling der Wiskunde. Aangezien zij hem altijd nodig hadden, heb ik het meeste werk ’s avonds en ’s nachts moeten doen. Het ging allemaal traag. De invoering ging via een ponsband. Het duurde een half uur om de gegevens in te lezen. Maar het was een adequaat hulpmiddel.” | ||
+ | |||
+ | [[Bestand:Lemma Ros Foto 1.jpg|thumb|center|300px|'''Titel:''' Friden elektronische rekenmachine, in jaren zestig in gebruik voor wiskunde-onderwijs aan de TU/e '''Jaar:''' 2011 '''Foto:''' [[Erik Geelen]] ]] | ||
=== Ongeremde wetenschap === | === Ongeremde wetenschap === |