Quay J.E. de
Uit Tuencyclopedie
(→Oorlog) |
(→Minister-president) |
||
Regel 30: | Regel 30: | ||
---- | ---- | ||
[[Bestand:Lemma 170 Foto 2.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Dr. J.E. de Quay (links) in gesprek met Minister van O&W prof.dr. I.A. Diepenhorst '''Jaar:''' 1966 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]] | [[Bestand:Lemma 170 Foto 2.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Dr. J.E. de Quay (links) in gesprek met Minister van O&W prof.dr. I.A. Diepenhorst '''Jaar:''' 1966 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]] | ||
- | De Quay blijft tot 1959 commissaris van de Koningin. In de dertien jaar op die post neemt hij niet alleen initiatieven voor het industriebeleid van de provincie, maar werkt hij ook aan de verbetering van het wegennet en staat hij aan de wieg van het Brabants Orkest en het Zuidelijk Toneel. Hoewel hij graag wil aanblijven als commissaris, voert zijn loopbaan hem in 1959 naar Den Haag. In de woorden van Puchinger: “Alweer werd de beminnelijke, bescheiden en op het politieke vlak totaal niet ambitieuze Jan de Quay naar een hoge post geduwd: in 1959 vroeg prof.dr. C.P.M. Romme, voorzitter van de KVP- fractie in de Tweede Kamer, hem minister-president te worden van een kabinet waarin voor het eerst de socialisten zouden ontbreken.” De Quay vraagt collega | + | De Quay blijft tot 1959 commissaris van de Koningin. In de dertien jaar op die post neemt hij niet alleen initiatieven voor het industriebeleid van de provincie, maar werkt hij ook aan de verbetering van het wegennet en staat hij aan de wieg van het Brabants Orkest en het Zuidelijk Toneel. Hoewel hij graag wil aanblijven als commissaris, voert zijn loopbaan hem in 1959 naar Den Haag. In de woorden van Puchinger: “Alweer werd de beminnelijke, bescheiden en op het politieke vlak totaal niet ambitieuze Jan de Quay naar een hoge post geduwd: in 1959 vroeg prof.dr. C.P.M. Romme, voorzitter van de KVP-fractie in de Tweede Kamer, hem minister-president te worden van een kabinet waarin voor het eerst de socialisten zouden ontbreken.” De Quay vraagt collega THE-curator mr.dr. Ch.J.M.A. van Rooy als minister van Sociale Zaken. Later kijkt hij op zijn premierschap terug als ‘de zwaarste periode in mijn leven.’ Zijn hoge post levert hem wel in brede lagen van de bevolking bekendheid op door de oudejaarsconference in 1960 van Wim Kan. Geïnspireerd door een kabinetscrisis (over het aantal te bouwen woningwetwoningen) zingt Kan het lied ‘Lijmen Jan.’ Op de website parlement.nl wordt De Quay geciteerd over de bijna-val van het kabinet: “Ik voel me innerlijk overgelukkig en dankbaar, dat ik er af ben. God zij geloofd en gedankt.” Maar zijn lijmpoging houdt nog drie jaar stand en pas in 1963 valt tot zijn opluchting definitief het doek voor het kabinet. Daarna wordt hij lid van de Eerste Kamer en keert hij terug als voorzitter van het Eindhovense College van Curatoren. Als oud-premier, maakt hij vaak gebruik van de THE-dienstauto. Chauffeur H.A. (Huub) Loots herinnert zich de tochtjes met de katholieke curator: “De Quay was een gemoedelijk mens. Toen we hier in Eindhoven langs het splinternieuwe gebouw van de Boerenleenbank reden, keek hij eens schuin uit het autoraam naar boven en zei: ‘Kijk eens meneer Loots, die arme boertjes toch!” |
[[Category:Index A-Z]] [[Category:Q]] [[Category:Portret]] [[Category:Personen]] [[Category:Q-Bronvermelding]] | [[Category:Index A-Z]] [[Category:Q]] [[Category:Portret]] [[Category:Personen]] [[Category:Q-Bronvermelding]] |