Persoonlijke instellingen

Ackermans S.T.M.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Bestuurder)
(Bevlogen docent)
 
Regel 1: Regel 1:
-
[[Bestand:Lemma 3 Foto 1.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Portret Stan Ackermans '''Jaar:''' 1984 '''Auteur/Bron:''' [[Archief TUE]] ]]
+
[[Bestand:Lemma 3 Foto 1.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Stan Ackermans als rector-magnificus '''Jaar:''' 1984 '''Auteur/Bron:''' [[Archief TUE]] ]]
-
De wiskundige prof.dr. S.T.M. (Stan) Ackermans (*1936 - †1995) was de zevende in de rij van [[rectores magnifici]]. Hij trad aan in 1982, het begin van een periode die in Nederland gekenmerkt werd door onderwijsbezuinigingen, door de invoering van de Tweefasenstructuur en het daaraan gekoppelde terugbrengen van de duur van de ingenieursopleidingen van vijf naar vier jaar. Met steun van het bedrijfsleven voerde de charismatische Ackermans met succes actie voor het invoeren van een tweejarige vervolgopleiding, waarin ingenieurs zich met steun van het bedrijfsleven verder konden bekwamen als technologisch ontwerper. Eindhoven groeide uit tot de grootste leverancier van technologisch ontwerpers in het land. Na zijn dood werd het in 1986 opgerichte instituut voor de Eindhovense [[ontwerpersopleidingen]] naar deze met hart en ziel aan de THE verknochte wiskundige vernoemd.  
+
De wiskundige prof.dr. S.T.M. (Stan) Ackermans (*1936 - †1995) was de zevende in de rij van [[rectores magnifici]]. Hij trad aan in 1982, het begin van een periode die in Nederland gekenmerkt werd door onderwijsbezuinigingen, door de invoering van de Tweefasenstructuur en het daaraan gekoppelde terugbrengen van de duur van de ingenieursopleidingen van vijf naar vier jaar. Met steun van het bedrijfsleven voerde de charismatische Ackermans met succes actie voor het invoeren van een tweejarige vervolgopleiding, waarin ingenieurs zich met steun van het bedrijfsleven verder konden bekwamen als technologisch ontwerper. Eindhoven groeide uit tot de grootste leverancier van technologisch ontwerpers in het land. Na zijn dood werd het in 1986 opgerichte instituut voor de Eindhovense [[ontwerpersopleidingen]] naar deze met hart en ziel aan de TU/e verknochte wiskundige vernoemd.  
=== Bevlogen docent ===
=== Bevlogen docent ===
----
----
-
Ackermans gaat na zijn middelbare schoolopleiding aan het Amsterdamse Ignatiuscollege in 1954 wiskunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam en doet zijn doctoraal examen bij prof.dr. N.G. de Bruijn. Hij komt in 1961 naar Eindhoven, waar hij zijn loopbaan als wetenschappelijk ambtenaar begint. De Bruijn is daar inmiddels tot hoogleraar benoemd en wordt zijn promotor. “Ackermans”, zo schrijft [[prof.dr.ir. J. de Graaf]] in 1995, “viel al spoedig op door zijn buitengewone onderwijskundige kwaliteiten. Speciaal de meer dan gemiddeld goede resultaten van studenten uit zijn instructiegroepen trokken sterk de aandacht.” Secretaris van de TU/e ir. H.P.J.M. Roumen is een van de jongerejaars die Ackermans als docent leerden kennen. “Ik kreeg in 1964 wiskundeinstructies van hem. Hij was echt een bevlogen docent.” Studenten vinden hem niet alleen een goede docent, maar zijn ook onder de indruk van zijn persoonlijke betrokkenheid en zijn eruditie. In 1964 promoveert Ackermans en wordt hij benoemd tot lector. Hij krijgt een belangrijke rol bij het reorganiseren van het service-onderwijs in de wiskunde aan de jongerejaars studenten van alle opleidingen. Later is hij vooral betrokken bij de opleiding tot wiskundig ingenieur. Gedurende het academisch jaar 1967- 1968 is hij verbonden aan de University of California in Los Angeles. Samen met zijn collega prof.dr. J.H. van Lint schrijft hij het leerboek '' Algebra en analyse, ''dat de vijf collegevakken uit de eerste twee jaar bevat. Vele generaties wiskundig ingenieurs leggen hiermee het fundament onder hun mathematische kennis. “Toen de opleiding later vierjarig werd, bleek A&A te veel van het goede”, herinnert Van Lint zich in 1999 met weemoed. In 1972 wordt Ackermans benoemd tot hoogleraar en daarna begeleidt hij afstudeerders en promovendi bij hun onderzoek op het grensgebied tussen algebra en functionaalanalyse. “Door zijn innemende persoonlijkheid en charisma wist hij studenten en medewerkers te binden en sterk aan zich te verplichten. Deze binding was vaak zo sterk dat de studenten spontaan en uit innerlijke gedrevenheid hard gingen werken. Contact hebben met Stan Ackermans liet niemand onberoerd”, aldus oudcollega De Graaf.  
+
Ackermans gaat na zijn middelbare schoolopleiding aan het Amsterdamse Ignatiuscollege in 1954 wiskunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam en doet zijn doctoraal examen bij prof.dr. N.G. de Bruijn. Hij komt in 1961 naar Eindhoven, waar hij zijn loopbaan als wetenschappelijk ambtenaar begint. De Bruijn is daar inmiddels tot hoogleraar benoemd en wordt zijn promotor. “Ackermans”, zo schrijft [[prof.dr.ir. J. de Graaf]] in 1995, “viel al spoedig op door zijn buitengewone onderwijskundige kwaliteiten. Speciaal de meer dan gemiddeld goede resultaten van studenten uit zijn instructiegroepen trokken sterk de aandacht.” Secretaris van de TU/e ir. H.P.J.M. Roumen is een van de jongerejaars die Ackermans als docent leerden kennen. “Ik kreeg in 1964 wiskundeinstructies van hem. Hij was echt een bevlogen docent.” Studenten vinden hem niet alleen een goede docent, maar zijn ook onder de indruk van zijn persoonlijke betrokkenheid en zijn eruditie. In 1964 promoveert Ackermans en wordt hij benoemd tot lector. Hij krijgt een belangrijke rol bij het reorganiseren van het service-onderwijs in de wiskunde aan de jongerejaars studenten van alle opleidingen. Later is hij vooral betrokken bij de opleiding tot wiskundig ingenieur. Gedurende het academisch jaar 1967- 1968 is hij verbonden aan de University of California in Los Angeles. Samen met zijn collega prof.dr. J.H. van Lint schrijft hij het leerboek '' Algebra en analyse, ''dat de vijf collegevakken uit de eerste twee jaar bevat. Vele generaties wiskundig ingenieurs leggen hiermee het fundament onder hun mathematische kennis. “Toen de opleiding later vierjarig werd, bleek A&A te veel van het goede”, herinnert Van Lint zich in 1999 met weemoed. In 1972 wordt Ackermans benoemd tot hoogleraar en daarna begeleidt hij afstudeerders en promovendi bij hun onderzoek op het grensgebied tussen algebra en functionaalanalyse. “Door zijn innemende persoonlijkheid en charisma wist hij studenten en medewerkers te binden en sterk aan zich te verplichten. Deze binding was vaak zo sterk dat de studenten spontaan en uit innerlijke gedrevenheid hard gingen werken. Contact hebben met Stan Ackermans liet niemand onberoerd”, aldus oudcollega De Graaf.
=== Bestuurder ===
=== Bestuurder ===
----
----
-
[[Bestand:Lemma 3 Foto 2.jpg|thumb|right|200px|'''Titel:'''Portret prof. Stan Ackermans '''Jaar:''' ca.1985 '''Auteur/Bron:''' [[Archief TUE]] ]]
+
[[Bestand:Lemma 3 Foto 2.jpg|thumb|right|200px|'''Titel:'''Prof. Stan Ackermans '''Jaar:''' ca.1985 '''Auteur/Bron:''' [[Archief TUE]] ]]
Van 1978 tot 1981 is Ackermans decaan van de onderafdeling der Wiskunde. Een jaar later wordt hij gepolst voor het rectoraat en stapt hij naar zijn vriend Van Lint voor advies. Deze herinnert zich later: “Ik heb heel lang op hem ingepraat: ‘doe het alsjeblieft niet, het is het einde van je wetenschappelijke carrière’. Gelukkig heeft hij het wél gedaan en ik denk dat hij waarschijnlijk de beste rector is geweest die de TU/e gehad heeft.” In 1982 volgt Ackermans [[prof.ir. J. Erkelens]] op als rector magnificus. Het is het jaar waarin de vermaledijde operatie ''Taakverdeling en concentratie ''vanuit Zoetermeer wordt opgelegd. Universiteiten en hogescholen moeten honderden miljoenen bezuinigen en sommige zien zich gedwongen complete opleidingen te sluiten. 1982 is ook het jaar waarin de Tweefasenstructuur wordt ingevoerd. Ackermans is een goed spreker en roeit in zijn eerste rectorale rede tegen de bezuinigingsstroom in door een lans te breken voor de idealen van de klassieke ''Von Humboldt universiteit. ''Wilhelm von Humboldt (*1767 - †1835) pleitte voor een universiteit die ''Bildung ''als ideaal hanteert. Het opleiden van studenten door docenten die in zo nauw mogelijk contact met onderzoek staan, is volgens Ackermans altijd een gelukkige combinatie gebleken. Hij citeert daarbij Carl F. Wandel: “The difference between teaching institutions with and without research is that teachers at the latter believe that they are teaching the truth, whereas teachers at the former know that they are not.” Een instelling voor hoger onderwijs heeft een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de begaafde jongeren die er komen studeren: “Daaruit volgt de verplichting voor de Hogeschool om een stimulerend en open centrum van culturele en algemeen maatschappelijke activiteiten te zijn. De technische studie mag de ontplooiing van ander talent niet remmen.” In tijden van bezuiniging moet de overheid niet de lange termijn uit het oog verliezen. Wetenschappelijke vorming die een mensenleven lang waarde houdt, zou het richtsnoer moeten zijn voor het onderwijs, en niet slechts het opleiden van een ingenieur die adequaat kan functioneren in zijn eerste werkkring. De samenleving en dus ook het type student verandert en Ackermans pleit daarom voor vernieuwing. “Overvolle, niet tot eigen ideeën inspirerende studieprogramma’s en ingeslapen onderzoekgroepen passen niet bij de taak van de TH Eindhoven, evenmin als een vernieuwingen belemmerende regelzucht. Wat doen we aan creativiteitsbevordering? Welke plaats neemt ontwerpen in? Hoe doordacht zijn onze curricula? Zijn er niet te veel vakken? Kunnen we geen processors gebruiken waar nu nog professors worden ingezet? Krijgen onze studenten wel genoeg gelegenheid tot zelf ontdekken of wordt alles voorgeschoteld?” De opgelegde bezuinigingen gaan intussen niet aan Eindhoven voorbij. Roumen, in die jaren voorzitter van de Hogeschoolraad, herinnert zich dat Ackermans aan het einde van zijn rectoraat juist over de bezuinigingen meningsverschillen kreeg met het door de Kroon benoemde lid van het College van Bestuur [[dr.ir. J. Nijman]]: “Die had de portefeuille personeel en financiën. Nijman moest bezuinigen en Ackermans was het niet eens met de manier waarop hij dat aanpakte. Hij kwam geregeld bij me binnenlopen om zijn ongenoegen te uiten.”
Van 1978 tot 1981 is Ackermans decaan van de onderafdeling der Wiskunde. Een jaar later wordt hij gepolst voor het rectoraat en stapt hij naar zijn vriend Van Lint voor advies. Deze herinnert zich later: “Ik heb heel lang op hem ingepraat: ‘doe het alsjeblieft niet, het is het einde van je wetenschappelijke carrière’. Gelukkig heeft hij het wél gedaan en ik denk dat hij waarschijnlijk de beste rector is geweest die de TU/e gehad heeft.” In 1982 volgt Ackermans [[prof.ir. J. Erkelens]] op als rector magnificus. Het is het jaar waarin de vermaledijde operatie ''Taakverdeling en concentratie ''vanuit Zoetermeer wordt opgelegd. Universiteiten en hogescholen moeten honderden miljoenen bezuinigen en sommige zien zich gedwongen complete opleidingen te sluiten. 1982 is ook het jaar waarin de Tweefasenstructuur wordt ingevoerd. Ackermans is een goed spreker en roeit in zijn eerste rectorale rede tegen de bezuinigingsstroom in door een lans te breken voor de idealen van de klassieke ''Von Humboldt universiteit. ''Wilhelm von Humboldt (*1767 - †1835) pleitte voor een universiteit die ''Bildung ''als ideaal hanteert. Het opleiden van studenten door docenten die in zo nauw mogelijk contact met onderzoek staan, is volgens Ackermans altijd een gelukkige combinatie gebleken. Hij citeert daarbij Carl F. Wandel: “The difference between teaching institutions with and without research is that teachers at the latter believe that they are teaching the truth, whereas teachers at the former know that they are not.” Een instelling voor hoger onderwijs heeft een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de begaafde jongeren die er komen studeren: “Daaruit volgt de verplichting voor de Hogeschool om een stimulerend en open centrum van culturele en algemeen maatschappelijke activiteiten te zijn. De technische studie mag de ontplooiing van ander talent niet remmen.” In tijden van bezuiniging moet de overheid niet de lange termijn uit het oog verliezen. Wetenschappelijke vorming die een mensenleven lang waarde houdt, zou het richtsnoer moeten zijn voor het onderwijs, en niet slechts het opleiden van een ingenieur die adequaat kan functioneren in zijn eerste werkkring. De samenleving en dus ook het type student verandert en Ackermans pleit daarom voor vernieuwing. “Overvolle, niet tot eigen ideeën inspirerende studieprogramma’s en ingeslapen onderzoekgroepen passen niet bij de taak van de TH Eindhoven, evenmin als een vernieuwingen belemmerende regelzucht. Wat doen we aan creativiteitsbevordering? Welke plaats neemt ontwerpen in? Hoe doordacht zijn onze curricula? Zijn er niet te veel vakken? Kunnen we geen processors gebruiken waar nu nog professors worden ingezet? Krijgen onze studenten wel genoeg gelegenheid tot zelf ontdekken of wordt alles voorgeschoteld?” De opgelegde bezuinigingen gaan intussen niet aan Eindhoven voorbij. Roumen, in die jaren voorzitter van de Hogeschoolraad, herinnert zich dat Ackermans aan het einde van zijn rectoraat juist over de bezuinigingen meningsverschillen kreeg met het door de Kroon benoemde lid van het College van Bestuur [[dr.ir. J. Nijman]]: “Die had de portefeuille personeel en financiën. Nijman moest bezuinigen en Ackermans was het niet eens met de manier waarop hij dat aanpakte. Hij kwam geregeld bij me binnenlopen om zijn ongenoegen te uiten.”

Huidige versie per 15 jun 2017 14:07