Nota Posthumus
Uit Tuencyclopedie
(→Bezettingen) |
(→Debat) |
||
Regel 9: | Regel 9: | ||
---- | ---- | ||
- | De overheid ziet zich gedwongen in te grijpen. In 1967 pleit de door minister Veringa ingestelde commissie-Maris voor een nieuwe doelmatige en hiërarchische structuur. De universiteit moet bestuurd worden door een slagvaardig presidium. Aan echte inspraak wordt nog niet gedacht. Kritiek barst los en het advies wordt niet opgevolgd. Posthumus studeert intussen op een nieuwe opzet voor universitaire studieprogramma’s. Een vierjarige basisstudieduur moet mogelijk zijn, laat hij in 1968 weten. De discussies laaien in het hele land hoog op. Volgens minister Veringa schuwt Posthumus dat debat niet: “Geprikkeld werd hij als men aan zijn oprechtheid en wetenschappelijke integriteit twijfelde. Als men suggereerde dat ‘zijn’ herstructurering door industrie of establishment was afgedwongen. Posthumus was in zijn maatschappelijk denken eerder revolutionair dan behoudend.” Daar zijn de linkse studenten het helemaal niet mee eens. In 1969 wordt de Nota Posthumus door de THE op een eendaagse conferentie besproken, maar een eensluidende reactie wordt niet geformuleerd. In ''TH Berichten ''verschijnt een aparte rubriek (‘In de steigers’) waarin verslag wordt gedaan van de reacties in het land op de nota van de ''local hero. ''De krantenkoppen spreken duidelijke taal: ‘Drastische verkorting studieduur bepleit; gebeurtenis van historisch belang.’ Posthumus: ‘Laat nu de kritiek maar komen.’ Die kritiek komt er dan ook. De voorstellen behelzen volgens Nijmeegse studenten een ‘fraai verpakte technocratie’: “Bijzonder slim van minister Veringa om zo’n goedwillende en idealistische man als prof. Posthumus te vragen deze technocratische herstructurering van de universiteiten te presenteren. Als de voorstellen van Posthumus worden aangenomen, wordt iedere kritiek die de universiteit op de maatschappij van morgen wil richten monddood gemaakt.” Posthumus zou, kortom, een knieval maken voor het kapitalisme. Het verkorten van de opleiding leidt immers tot het zo snel mogelijk klaarstomen voor de arbeidsmarkt van jonge, plooibare academici. Bovendien blijven de bestuurlijke aspecten onbesproken. In Eindhovense studentenkringen blijft het redelijk stil. Nijmeegse studenten onder aanvoering van H. Boekraad en M. van Nieuwstad roeren zich het meest en komen met een radicaal tegenvoorstel voor een radenuniversiteit met projectonderwijs, waarbij tentamens en examens komen te vervallen. | + | De overheid ziet zich gedwongen in te grijpen. In 1967 pleit de door minister Veringa ingestelde commissie-Maris voor een nieuwe doelmatige en hiërarchische structuur. De universiteit moet bestuurd worden door een slagvaardig presidium. Aan echte inspraak wordt nog niet gedacht. Kritiek barst los en het advies wordt niet opgevolgd. Posthumus studeert intussen op een nieuwe opzet voor universitaire studieprogramma’s. Een vierjarige basisstudieduur moet mogelijk zijn, laat hij in 1968 weten. De discussies laaien in het hele land hoog op. Volgens minister Veringa schuwt Posthumus dat debat niet: “Geprikkeld werd hij als men aan zijn oprechtheid en wetenschappelijke integriteit twijfelde. Als men suggereerde dat ‘zijn’ herstructurering door industrie of establishment was afgedwongen. Posthumus was in zijn maatschappelijk denken eerder revolutionair dan behoudend.” Daar zijn de linkse studenten het helemaal niet mee eens. In 1969 wordt de Nota Posthumus door de THE op een eendaagse conferentie besproken, maar een eensluidende reactie wordt niet geformuleerd. In ''TH Berichten ''verschijnt een aparte rubriek (‘In de steigers’) waarin verslag wordt gedaan van de reacties in het land op de nota van de ''local hero. ''De krantenkoppen spreken duidelijke taal: ‘Drastische verkorting studieduur bepleit; gebeurtenis van historisch belang.’ Posthumus: ‘Laat nu de kritiek maar komen.’ Die kritiek komt er dan ook. De voorstellen behelzen volgens Nijmeegse studenten een ‘fraai verpakte technocratie’: “Bijzonder slim van minister Veringa om zo’n goedwillende en idealistische man als prof. Posthumus te vragen deze technocratische herstructurering van de universiteiten te presenteren. Als de voorstellen van Posthumus worden aangenomen, wordt iedere kritiek die de universiteit op de maatschappij van morgen wil richten monddood gemaakt.” Posthumus zou, kortom, een knieval maken voor het kapitalisme. Het verkorten van de opleiding leidt immers tot het zo snel mogelijk klaarstomen voor de arbeidsmarkt van jonge, plooibare academici. Bovendien blijven de bestuurlijke aspecten onbesproken. In Eindhovense studentenkringen blijft het redelijk stil. Nijmeegse studenten onder aanvoering van H. Boekraad en M. van Nieuwstad roeren zich het meest en komen met een radicaal tegenvoorstel voor een radenuniversiteit met projectonderwijs, waarbij tentamens en examens komen te vervallen. |
=== Bezettingen === | === Bezettingen === |