Wilt H.G.J. de
Uit Tuencyclopedie
(→Markante leiders) |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | [[Bestand:Lemma 246 Foto 1.jpg|thumb|left| | + | [[Bestand:Lemma 246 Foto 1.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Henk de Wilt in zijn eerste periode als lid van het College van Bestuur '''Jaar:''' 1970 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]] |
De Technische Universiteit Eindhoven loopt als een rode draad door het leven van dr.ir. H.G.J. (Henk) de Wilt (*1940). Met een HTS-diploma op zak komt hij in 1961 als technisch ambtenaar in dienst van de THE en begint hij gelijktijdig met een studie scheikundige technologie. De Wilt studeert in 1966 met lof af en krijgt een aanstelling als wetenschappelijk ambtenaar. In 1969 promoveert hij bij prof.drs. H.S. van der Baan en daarna vertrekt hij voor een jaar als gastonderzoeker naar Japan. Bij zijn terugkomst in Nederland in 1971 gaat hij deel uitmaken van het nieuwe, vijfkoppige College van Bestuur (CvB) van de THE. Een jaar later verruilt hij deze functie voor een lectoraat aan de Rijks Universiteit Groningen en in 1975 treedt hij in dienst van Sara Lee/ Douwe Egberts, waar hij onder andere directeur corporate strategie en algemeen directeur technologie wordt. Later wordt hij benoemd in de Raad van Bestuur van dat concern. De Wilt keert in 1996 terug naar Eindhoven en wordt voorzitter van het (dan) driekoppige CvB. In de beleidsnota ‘concurreren en samenwerken’ zet het CvB de koers uit voor een groot aantal initiatieven. Zo start de TU/e in 1997 met het Notebookproject, wordt het ontwerpgericht onderwijs universiteitsbreed ingevoerd, neemt de TU/e het voortouw in het Dutch Polymer Institute (DPI) en worden de faculteiten Biomedische Technologie en Industrial Design opgericht. In deze periode loopt de instroom van eerstejaarsstudenten op van duizend tot vijftienhonderd studenten per jaar. De uitvoering van een Masterplan huisvesting wordt ter hand genomen, wat onder meer resulteert in gebouwen als Vertigo, Cascade en Kennispoort. In 2001 ontstaat commotie wanneer vanuit de Universiteitsraad wordt gewezen op tekorten in de begroting. Onder het voorzitterschap van De Wilt worden de banden met de (regionale) overheid, het bedrijfsleven en de kunsten cultuursector aangehaald. Na zijn afscheid in 2002 blijft hij actief in de regio, onder meer als voorzitter van het Brabants Orkest. In 2005 blikt De Wilt in een interview terug op zijn jaren aan de TU/e. | De Technische Universiteit Eindhoven loopt als een rode draad door het leven van dr.ir. H.G.J. (Henk) de Wilt (*1940). Met een HTS-diploma op zak komt hij in 1961 als technisch ambtenaar in dienst van de THE en begint hij gelijktijdig met een studie scheikundige technologie. De Wilt studeert in 1966 met lof af en krijgt een aanstelling als wetenschappelijk ambtenaar. In 1969 promoveert hij bij prof.drs. H.S. van der Baan en daarna vertrekt hij voor een jaar als gastonderzoeker naar Japan. Bij zijn terugkomst in Nederland in 1971 gaat hij deel uitmaken van het nieuwe, vijfkoppige College van Bestuur (CvB) van de THE. Een jaar later verruilt hij deze functie voor een lectoraat aan de Rijks Universiteit Groningen en in 1975 treedt hij in dienst van Sara Lee/ Douwe Egberts, waar hij onder andere directeur corporate strategie en algemeen directeur technologie wordt. Later wordt hij benoemd in de Raad van Bestuur van dat concern. De Wilt keert in 1996 terug naar Eindhoven en wordt voorzitter van het (dan) driekoppige CvB. In de beleidsnota ‘concurreren en samenwerken’ zet het CvB de koers uit voor een groot aantal initiatieven. Zo start de TU/e in 1997 met het Notebookproject, wordt het ontwerpgericht onderwijs universiteitsbreed ingevoerd, neemt de TU/e het voortouw in het Dutch Polymer Institute (DPI) en worden de faculteiten Biomedische Technologie en Industrial Design opgericht. In deze periode loopt de instroom van eerstejaarsstudenten op van duizend tot vijftienhonderd studenten per jaar. De uitvoering van een Masterplan huisvesting wordt ter hand genomen, wat onder meer resulteert in gebouwen als Vertigo, Cascade en Kennispoort. In 2001 ontstaat commotie wanneer vanuit de Universiteitsraad wordt gewezen op tekorten in de begroting. Onder het voorzitterschap van De Wilt worden de banden met de (regionale) overheid, het bedrijfsleven en de kunsten cultuursector aangehaald. Na zijn afscheid in 2002 blijft hij actief in de regio, onder meer als voorzitter van het Brabants Orkest. In 2005 blikt De Wilt in een interview terug op zijn jaren aan de TU/e. | ||
Regel 18: | Regel 18: | ||
=== Terug naar de TU/e === | === Terug naar de TU/e === | ||
---- | ---- | ||
- | In januari 1996 kwam er een telefoontje: of ik interesse had in de vacante post als voorzitter van het CvB van de TU/e. Ik heb meteen laten weten dat dit me wel wat leek. Ik had er zelf gestudeerd, de schaal van de instelling klopte en ik kende Brabant. Toevallig bleek er na mijn benoeming een krachtige driehoek te ontstaan tussen burgemeester Rein Welschen, Theo Hurks, voorzitter van de Kamer van Koophandel, en mij. Die onderlinge affiniteit heeft een paar jaar goed gewerkt en voor resultaten in de regio gezorgd. Toen ik in 1996 aantrad constateerde ik dat de instroomcijfers dramatisch aan het dalen waren. Er was naar mijn gevoel behoefte aan een grotere oriëntatie op de buitenwereld. Ik heb gestimuleerd dat de TU/e zich ging meten met die buitenwereld door op allerlei gebieden ''benchmarks ''op te stellen. Hoe presteren we in vergelijking met onze concurrenten en collega’s? Anderhalf jaar later verscheen het boekje ‘concurreren en samenwerken’. Nieuwe faculteiten creëren, het struikgewas op de campus snoeien en een kunstenaarswerkplaats naar de campus halen: dat waren allemaal uitwerkingen van het streven om de tent open te gooien. Aan het eind van de jaren negentig zijn we begonnen om de banden met de kunst en cultuur aan te halen, omdat de confrontatie van die wereld met die van techniek en wetenschap voordelen kan opleveren. Leuk en effectief waren ook de wekelijkse bezoeken aan de studentenverenigingen. Dat contact liep via Harry Roumen, de secretaris van de Universiteit, die in dat proces een belangrijke factor was. | + | In januari 1996 kwam er een telefoontje: of ik interesse had in de vacante post als voorzitter van het CvB van de TU/e. Ik heb meteen laten weten dat dit me wel wat leek. Ik had er zelf gestudeerd, de schaal van de instelling klopte en ik kende Brabant. Toevallig bleek er na mijn benoeming een krachtige driehoek te ontstaan tussen burgemeester Rein Welschen, Theo Hurks, voorzitter van de Kamer van Koophandel, en mij. Die onderlinge affiniteit heeft een paar jaar goed gewerkt en voor resultaten in de regio gezorgd. Toen ik in 1996 aantrad constateerde ik dat de instroomcijfers dramatisch aan het dalen waren. Er was naar mijn gevoel behoefte aan een grotere oriëntatie op de buitenwereld. Ik heb gestimuleerd dat de TU/e zich ging meten met die buitenwereld door op allerlei gebieden ''benchmarks ''op te stellen. Hoe presteren we in vergelijking met onze concurrenten en collega’s? Anderhalf jaar later verscheen het boekje ‘concurreren en samenwerken’. Nieuwe faculteiten creëren, het struikgewas op de campus snoeien en een kunstenaarswerkplaats naar de campus halen: dat waren allemaal uitwerkingen van het streven om de tent open te gooien. Aan het eind van de jaren negentig zijn we begonnen om de banden met de kunst en cultuur aan te halen, omdat de confrontatie van die wereld met die van techniek en wetenschap voordelen kan opleveren. Leuk en effectief waren ook de wekelijkse bezoeken aan de studentenverenigingen. Dat contact liep via Harry Roumen, de secretaris van de Universiteit, die in dat proces een belangrijke factor was. |
+ | [[Bestand:Lemma Wilt Foto 1.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Henk de Wilt tijdens een redevoering '''Jaar:''' ca. 2000 '''Foto:''' [[Ben Elfrink]] ]] | ||
=== Research University === | === Research University === |