Persoonlijke instellingen

Be, W.Ph.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Chinese bank)
(Chinese bank)
 
Regel 3: Regel 3:
=== Chinese bank ===
=== Chinese bank ===
----
----
-
[[Bestand:Lemma 13 Foto 2.jpg|thumb|right|400px|'''Titel:''' Medewerkers van de vakgroep Anorganische Chemie, voorste rij 2e van links George Be '''Jaar:''' ca 1960 '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]]
+
[[Bestand:Lemma 13 Foto 2.jpg|thumb|right|400px|'''Titel:''' Medewerkers van de vakgroep Anorganische Chemie, voorste rij 2e van links George Be '''Jaar:''' ca 1960 '''Foto:''' [[TU/e fac. ST collectie dhr. San de Beer]] ]]
“Ik ben geboren in Semarang, Midden- Java, en kom uit een Chinese familie van handelaren en landeigenaren in Nederlands- Indië. Be is de familienaam en betekent paard in het Chinese ''Hokkian ''dialect van de streek in Zuid-China waar de familie vandaan kwam. De beroemdste stad in die streek is Amoy (nu Xiamen), tegenover het eiland Taiwan, waar zeerovers de wateren beheersten. Ik ben een verre nazaat van zo’n geslacht van zeerovers. Mijn familie woonde al vijf generaties in Indonesië en was in de negentiende eeuw schatrijk geworden door de opiumhandel. We spraken thuis Nederlands en met de bedienden Javaans, hadden een drukkerij en een uitgeverij. We gaven de eerste Chinese krant op Java uit en waren eigenaar van een bank die het faillissement in gepest is door de gemene streken van de Javasche Bank. We werden van schatrijk opeens straatarm. Er was zelfs geen geld om voor mij vijfendertig cent schoolgeld te betalen. Ik was als jongen heel potig en na de lagere school stuurde mijn vader me naar de technische school. Het schoolprogramma was vergelijkbaar met dat van de latere HTS. Na mijn examen ging ik werken bij de Staatsspoorwegen op Java. Toen de Japanners in februari 1942 het land bezetten, ben ik noodgedwongen bij de Spoorwegen gebleven. Ik heb veel geluk gehad. Veel van mijn collega’s en chefs zijn geëxecuteerd. Een collega uit Solo weigerde om weer aan het werk te gaan en werd voor de ogen van zijn familie onthoofd. Ontslag nemen was er niet bij. Ik was vrijgezel en werd naar de gevaarlijkste projecten gestuurd. Ik ben er heelhuids uitgekomen en ik ben er van overtuigd dat ik dat te danken heb aan de bescherming van mijn overgrootvader. Wanneer ik aan zijn graf stond, voelde ik een hele sterke band met hem en raakte ik vervuld van een gevoel van hemelse rust. Voor mijn eindexamen van de technische school heb ik bij zijn graf zitten studeren. Een westerling zal het bijgeloof noemen, maar ik heb vaak zijn hulp ervaren. Wie mij lastig viel, stierf op onverklaarbare manier. Een voorbeeld: in de oorlog ging ik op zondagavond vaak viool spelen. De stad was verduisterd en in het donker botste ik vlak bij de kazerne van het voormalige tiende Nederlands-Indische bataljon in Batavia tegen een Japanse soldaat op. We vielen en ik wilde juist opstaan toen er een auto opdook die dwars over die Japanner heenreed. Ik wist niet hoe snel ik weg moest komen. Hij zou me ongetwijfeld zwaar gestraft hebben.
“Ik ben geboren in Semarang, Midden- Java, en kom uit een Chinese familie van handelaren en landeigenaren in Nederlands- Indië. Be is de familienaam en betekent paard in het Chinese ''Hokkian ''dialect van de streek in Zuid-China waar de familie vandaan kwam. De beroemdste stad in die streek is Amoy (nu Xiamen), tegenover het eiland Taiwan, waar zeerovers de wateren beheersten. Ik ben een verre nazaat van zo’n geslacht van zeerovers. Mijn familie woonde al vijf generaties in Indonesië en was in de negentiende eeuw schatrijk geworden door de opiumhandel. We spraken thuis Nederlands en met de bedienden Javaans, hadden een drukkerij en een uitgeverij. We gaven de eerste Chinese krant op Java uit en waren eigenaar van een bank die het faillissement in gepest is door de gemene streken van de Javasche Bank. We werden van schatrijk opeens straatarm. Er was zelfs geen geld om voor mij vijfendertig cent schoolgeld te betalen. Ik was als jongen heel potig en na de lagere school stuurde mijn vader me naar de technische school. Het schoolprogramma was vergelijkbaar met dat van de latere HTS. Na mijn examen ging ik werken bij de Staatsspoorwegen op Java. Toen de Japanners in februari 1942 het land bezetten, ben ik noodgedwongen bij de Spoorwegen gebleven. Ik heb veel geluk gehad. Veel van mijn collega’s en chefs zijn geëxecuteerd. Een collega uit Solo weigerde om weer aan het werk te gaan en werd voor de ogen van zijn familie onthoofd. Ontslag nemen was er niet bij. Ik was vrijgezel en werd naar de gevaarlijkste projecten gestuurd. Ik ben er heelhuids uitgekomen en ik ben er van overtuigd dat ik dat te danken heb aan de bescherming van mijn overgrootvader. Wanneer ik aan zijn graf stond, voelde ik een hele sterke band met hem en raakte ik vervuld van een gevoel van hemelse rust. Voor mijn eindexamen van de technische school heb ik bij zijn graf zitten studeren. Een westerling zal het bijgeloof noemen, maar ik heb vaak zijn hulp ervaren. Wie mij lastig viel, stierf op onverklaarbare manier. Een voorbeeld: in de oorlog ging ik op zondagavond vaak viool spelen. De stad was verduisterd en in het donker botste ik vlak bij de kazerne van het voormalige tiende Nederlands-Indische bataljon in Batavia tegen een Japanse soldaat op. We vielen en ik wilde juist opstaan toen er een auto opdook die dwars over die Japanner heenreed. Ik wist niet hoe snel ik weg moest komen. Hij zou me ongetwijfeld zwaar gestraft hebben.
Regel 13: Regel 13:
=== Begintijd ===
=== Begintijd ===
----
----
-
[[Bestand:Lemma 13 Foto 1.jpg|thumb|right|300px|'''Titel:''' Interieur Chemisch laboratorium '''Jaar:''' ca.1960-1963 '''Auteur/Bron:''' [[John Bergs]] ]]
+
[[Bestand:Lemma 13 Foto 1.jpg|thumb|right|400px|'''Titel:''' Interieur Chemisch laboratorium '''Jaar:''' ca.1960-1963 '''Auteur/Bron:''' [[John Bergs]] ]]
Ik werd in 1958 aangesteld in de groep van [[prof.ir. J.G. Hoogland]], een strenge hoogleraar. De THE bemiddelde bij het vinden van woonruimte en we verhuisden in 1959 naar een woning aan de Veldmaarschalk Montgomerylaan. De eerste tien jaren waren geweldig. Er heerste een sfeer van ambitie en iedereen wilde samenwerken. Op onderzoekgebied waren we nog niet zo vooruitstrevend. Alles moest worden opgebouwd. Ik heb die eerste tien jaar heel hard gewerkt. Hoogland en ik waren beiden gezegend met een hard karakter. Ik heb toen de overstap naar de groep van prof.dr. G.C.A. Schuit gemaakt. Schuit was minder streng. Verschillende mensen kregen van hem toestemming om dezelfde taken op zich te nemen en daardoor groeide er een sfeer van onderlinge concurrentie. Posthumus was in zijn keuze van onderwijsstof nogal ouderwets. Hij behandelde aan de THE nog jarenlang de onbruikbare ''Phlogiston ''theorie. Maar hij was een geweldig spreker. Als hij sprak, raakte iedereen geboeid. Hij was een ''show hero. ''In 1972 kreeg ik een hartinfarct. De bedrijfsarts Borstlap waarschuwde me dat ik het rustiger aan moest doen. In 1981 ben ik met vervroegd pensioen gegaan. Ik ben al vijfentwintig jaar weg, maar ik kan moeilijk afstand nemen van mijn tijd aan de THE. Dat zit in mijn aard. Vioolspelen was mijn grote passie. Ik speelde soms bij diesbijeenkomsten en was actief in de voorloper van het Heliconorkest. Romantische muziek speelde ik het liefst. Ik gaf vioolles en ik schreef ook wel eens een arrangement. Op een avond was ik bij Dorgelo op bezoek. Zijn dochter speelde hobo en was bezig om een adagio van Bach in te studeren. Dorgelo vroeg me of ik dat zelfde stuk een keer samen met hem zou willen uitvoeren. Dat wilde ik wel en ik heb toen een arrangement in de stijl van de violist Jasha Heifetz geschreven. Dat hebben we op een personeelsavond uitgevoerd, ik op viool en hij op piano. Het werd een groot succes!”
Ik werd in 1958 aangesteld in de groep van [[prof.ir. J.G. Hoogland]], een strenge hoogleraar. De THE bemiddelde bij het vinden van woonruimte en we verhuisden in 1959 naar een woning aan de Veldmaarschalk Montgomerylaan. De eerste tien jaren waren geweldig. Er heerste een sfeer van ambitie en iedereen wilde samenwerken. Op onderzoekgebied waren we nog niet zo vooruitstrevend. Alles moest worden opgebouwd. Ik heb die eerste tien jaar heel hard gewerkt. Hoogland en ik waren beiden gezegend met een hard karakter. Ik heb toen de overstap naar de groep van prof.dr. G.C.A. Schuit gemaakt. Schuit was minder streng. Verschillende mensen kregen van hem toestemming om dezelfde taken op zich te nemen en daardoor groeide er een sfeer van onderlinge concurrentie. Posthumus was in zijn keuze van onderwijsstof nogal ouderwets. Hij behandelde aan de THE nog jarenlang de onbruikbare ''Phlogiston ''theorie. Maar hij was een geweldig spreker. Als hij sprak, raakte iedereen geboeid. Hij was een ''show hero. ''In 1972 kreeg ik een hartinfarct. De bedrijfsarts Borstlap waarschuwde me dat ik het rustiger aan moest doen. In 1981 ben ik met vervroegd pensioen gegaan. Ik ben al vijfentwintig jaar weg, maar ik kan moeilijk afstand nemen van mijn tijd aan de THE. Dat zit in mijn aard. Vioolspelen was mijn grote passie. Ik speelde soms bij diesbijeenkomsten en was actief in de voorloper van het Heliconorkest. Romantische muziek speelde ik het liefst. Ik gaf vioolles en ik schreef ook wel eens een arrangement. Op een avond was ik bij Dorgelo op bezoek. Zijn dochter speelde hobo en was bezig om een adagio van Bach in te studeren. Dorgelo vroeg me of ik dat zelfde stuk een keer samen met hem zou willen uitvoeren. Dat wilde ik wel en ik heb toen een arrangement in de stijl van de violist Jasha Heifetz geschreven. Dat hebben we op een personeelsavond uitgevoerd, ik op viool en hij op piano. Het werd een groot succes!”
[[Category:Index A-Z]] [[Category:B]] [[Category:Interview]] [[Category:Personen]] [[Category:B-Bronvermelding]]
[[Category:Index A-Z]] [[Category:B]] [[Category:Interview]] [[Category:Personen]] [[Category:B-Bronvermelding]]

Huidige versie per 27 aug 2013 12:48