Chemische Kring Eindhoven
Uit Tuencyclopedie
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | + | De komst van Philips en vooral de oprichting van het Natuurkundig Laboratorium in 1914 zorgde voor een sprongsgewijze groei van het aantal academici in Eindhoven. Zij troffen elkaar buiten werktijd in het Academisch Genootschap. De chemici verenigden zich in 1927 in een aan de [[Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging]] verbonden Chemische Kring Eindhoven. Auteurs dr.ir. J.C. (Jetse) Reijenga en prof.ir. M. (Tinus) Tels memoreren in een artikel dat in 1997 verscheen bij het zeventigjarig bestaan van de Kring heel subtiel dat de geboorteplaats niet Eindhoven was. “De provinciale eerlijkheid gebiedt te vermelden dat wat in 1927 door Imhoff en Noyons werd opgericht helemaal niet de Chemische Kring Eindhoven heette maar de ‘Bossche Chemische Kring’. Waarbij een toelichtende ondertitel heel vriendelijk liet weten, dat het hier niet alleen om ’s-Hertogenbosch ging maar ook om de omliggende Midden- en Oostbrabantse steden, waaronder Eindhoven. Maar de Lichtstad liet met alle ongeliktheid van de ''nouvelle riche ''haar gewicht voelen.” | |
- | + | ||
- | De komst van Philips en vooral de oprichting van het Natuurkundig Laboratorium in 1914 zorgde voor een sprongsgewijze groei van het aantal academici in Eindhoven. Zij troffen elkaar buiten werktijd in het Academisch Genootschap. De chemici verenigden zich in 1927 in een aan de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging verbonden Chemische Kring Eindhoven. Auteurs dr.ir. J.C. (Jetse) Reijenga en prof.ir. M. (Tinus) Tels memoreren in een artikel dat in 1997 verscheen bij het zeventigjarig bestaan van de Kring heel subtiel dat de geboorteplaats niet Eindhoven was. “De provinciale eerlijkheid gebiedt te vermelden dat wat in 1927 door Imhoff en Noyons werd opgericht helemaal niet de Chemische Kring Eindhoven heette maar de ‘Bossche Chemische Kring’. Waarbij een toelichtende ondertitel heel vriendelijk liet weten, dat het hier niet alleen om ’s-Hertogenbosch ging maar ook om de omliggende Midden- en Oostbrabantse steden, waaronder Eindhoven. Maar de Lichtstad liet met alle ongeliktheid van de ''nouvelle riche ''haar gewicht voelen.” | + | |
=== Chemie der liefde === | === Chemie der liefde === | ||
Regel 12: | Regel 10: | ||
Een reeks van aan de THE verbonden chemici verzorgde in de loop der jaren lezingen voor de Kring. J. D. Fast (*1905 - †1991) was medewerker van het Natlab en vanaf 1964 hoogleraar aan de THE. Fast was een wetenschappelijke selfmade man, die in 1947 een veelvuldig vertaald boek over entropie schreef, maar die nooit een universitaire titel behaalde. De organisch chemicus dr. [[F. Sixma]] (*1923 - †1963) werd in 1961 benoemd tot researchdirecteur van het Centraal Laboratorium van DSM en tot buitengewoon hoogleraar aan de THE. Een verkeersongeval maakte een voortijdig einde aan zijn leven. De faculteit Scheikundige Technologie heeft een van haar vergaderzalen naar hem vernoemd en getalenteerde studenten kunnen ieder jaar meedingen naar de Sixma-prijs. De Britse chemicus prof.dr. [[Martin A.J.P. | A.J.P. Martin]] (*1910 - †2002) kreeg de Nobelprijs voor de scheikunde voor de ontwikkeling van de verdelingschromatografie en werd in 1963 benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de THE. Dr. [[G.C.A. Schuit]] (*1910 - †2001) werd in 1961 benoemd tot hoogleraar anorganische chemie. Een samenvatting van een lezing over zijn vakgebied voor de Kring: “Het gebruik van katalysatoren is een uitvinding van de synthetische organisch-chemicus die zich overigens aan de verklaring van het fenomeen weinig gelegen liet liggen. De chemische industrie is er echter groot mee geworden.” De Oostenrijker dr. J.F. Huber (*1925 - †2000) was in de jaren zestig verbonden aan de groep van prof.dr.ir. A.I.M. Keulemans waar hij de theoretische basisconcepten van scheidingsmethoden verder ontwikkelde. Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van de hogedruk vloeistofchromatografie. | Een reeks van aan de THE verbonden chemici verzorgde in de loop der jaren lezingen voor de Kring. J. D. Fast (*1905 - †1991) was medewerker van het Natlab en vanaf 1964 hoogleraar aan de THE. Fast was een wetenschappelijke selfmade man, die in 1947 een veelvuldig vertaald boek over entropie schreef, maar die nooit een universitaire titel behaalde. De organisch chemicus dr. [[F. Sixma]] (*1923 - †1963) werd in 1961 benoemd tot researchdirecteur van het Centraal Laboratorium van DSM en tot buitengewoon hoogleraar aan de THE. Een verkeersongeval maakte een voortijdig einde aan zijn leven. De faculteit Scheikundige Technologie heeft een van haar vergaderzalen naar hem vernoemd en getalenteerde studenten kunnen ieder jaar meedingen naar de Sixma-prijs. De Britse chemicus prof.dr. [[Martin A.J.P. | A.J.P. Martin]] (*1910 - †2002) kreeg de Nobelprijs voor de scheikunde voor de ontwikkeling van de verdelingschromatografie en werd in 1963 benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de THE. Dr. [[G.C.A. Schuit]] (*1910 - †2001) werd in 1961 benoemd tot hoogleraar anorganische chemie. Een samenvatting van een lezing over zijn vakgebied voor de Kring: “Het gebruik van katalysatoren is een uitvinding van de synthetische organisch-chemicus die zich overigens aan de verklaring van het fenomeen weinig gelegen liet liggen. De chemische industrie is er echter groot mee geworden.” De Oostenrijker dr. J.F. Huber (*1925 - †2000) was in de jaren zestig verbonden aan de groep van prof.dr.ir. A.I.M. Keulemans waar hij de theoretische basisconcepten van scheidingsmethoden verder ontwikkelde. Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van de hogedruk vloeistofchromatografie. | ||
+ | [[Bestand:Lemma Chemische Kring Foto 1.jpg|thumb|left|200px|'''Titel:''' Prof.dr. G.C.A. Schuit '''Foto:''' [[Archief TUE]] ]] | ||
- | [[Category:Index A-Z]] [[Category:C]] [[Category:Varia]] [[Category:C- | + | [[Category:Index A-Z]] [[Category:C]] [[Category:Varia]] [[Category:C-Bronvermelding]] |