Nota Posthumus
Uit Tuencyclopedie
(→Bezettingen) |
(→Bezettingen) |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
Het vervolg op de rapporten van Maris en Posthumus is geschiedenis. De autoriteiten zijn na de Parijse studentenopstand van 1968 bang voor escalatie. Men laat dus heel wat acties passeren. Op 28 april 1969 wordt het hoofdgebouw van de Hogeschool Tilburg bezet. De bezetters nemen alvast een voorschot op de naamswijziging van 1986 door de Katholieke Hogeschool te herdopen tot Karl Marx Universiteit. Het actiemiddel wordt vervolgens ingezet in Nijmegen en Amsterdam, waar op 16 mei het Maagdenhuis wordt bezet. De politie jaagt de bezetters met traangas uit het pand. Posthumus uit zich in ''Het Vrije Volk ''over de acties: “Wat ik van de Tilburgse revolte vind? Ik ben er niet geweest. Maar ik wacht met brandende belangstelling af wat er verder van komt. Het studentenoptreden kan dan juridisch onjuist zijn, maar ik erken het recht om zo te handelen als er een gewetensbeslissing in het spel is en als men de consequenties aanvaardt. Vergelijk dat maar met dienstweigering en werkstaking.” Volgens de Leidse universiteitshistoricus prof.dr. W. Otterspeer leidt de mix van onverzoenlijke studenten en in de war zijnde bestuurders tot ‘veel herrie en een onwerkbare oplossing’. Minister Veringa is bang voor escalatie en laat in rap tempo de Wet Universitaire Bestuurshervorming voorbereiden. Deze wordt in 1970 een feit en daarmee verschijnen het College van Bestuur en de Universiteitsraad in beeld. “Aan de ene kant kwam het toporgaan van beroepsbestuurders, aan de andere kant werd dit naar het model van de gemeenteraad gecontroleerd door een uit de verschillende geledingen van de universiteit gekozen Universiteitsraad. De efficiency die met het College van Bestuur was bereikt, werd weer ingeleverd via de politieke verdeeldheid van de Universiteitsraad.” | Het vervolg op de rapporten van Maris en Posthumus is geschiedenis. De autoriteiten zijn na de Parijse studentenopstand van 1968 bang voor escalatie. Men laat dus heel wat acties passeren. Op 28 april 1969 wordt het hoofdgebouw van de Hogeschool Tilburg bezet. De bezetters nemen alvast een voorschot op de naamswijziging van 1986 door de Katholieke Hogeschool te herdopen tot Karl Marx Universiteit. Het actiemiddel wordt vervolgens ingezet in Nijmegen en Amsterdam, waar op 16 mei het Maagdenhuis wordt bezet. De politie jaagt de bezetters met traangas uit het pand. Posthumus uit zich in ''Het Vrije Volk ''over de acties: “Wat ik van de Tilburgse revolte vind? Ik ben er niet geweest. Maar ik wacht met brandende belangstelling af wat er verder van komt. Het studentenoptreden kan dan juridisch onjuist zijn, maar ik erken het recht om zo te handelen als er een gewetensbeslissing in het spel is en als men de consequenties aanvaardt. Vergelijk dat maar met dienstweigering en werkstaking.” Volgens de Leidse universiteitshistoricus prof.dr. W. Otterspeer leidt de mix van onverzoenlijke studenten en in de war zijnde bestuurders tot ‘veel herrie en een onwerkbare oplossing’. Minister Veringa is bang voor escalatie en laat in rap tempo de Wet Universitaire Bestuurshervorming voorbereiden. Deze wordt in 1970 een feit en daarmee verschijnen het College van Bestuur en de Universiteitsraad in beeld. “Aan de ene kant kwam het toporgaan van beroepsbestuurders, aan de andere kant werd dit naar het model van de gemeenteraad gecontroleerd door een uit de verschillende geledingen van de universiteit gekozen Universiteitsraad. De efficiency die met het College van Bestuur was bereikt, werd weer ingeleverd via de politieke verdeeldheid van de Universiteitsraad.” | ||
- | [[Bestand:Lemma Nota Posthumus Foto 1.jpg|thumb|left|400px|'''Titel:''' Ook in Eindhoven roeren zich studenten: bezetting curatorenkamer '''Datum:''' 23 oktober 1969 '''Foto:''' [[ | + | [[Bestand:Lemma Nota Posthumus Foto 1.jpg|thumb|left|400px|'''Titel:''' Ook in Eindhoven roeren zich studenten: bezetting curatorenkamer '''Datum:''' 23 oktober 1969 '''Foto:''' [[Archief TU/e]] ]] |
=== Tweede Kamer === | === Tweede Kamer === |