Auditorium
Uit Tuencyclopedie
(→Brand) |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | + | === Auditorium 1966 versus 2011 (nieuw)=== | |
- | + | ---- | |
[[Bestand:Lemma 9 Foto 1.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Auditorium kort na oplevering '''Jaar:''' ca.1965 '''Auteur/Bron:''' [[Archief TU/e]] ]] | [[Bestand:Lemma 9 Foto 1.jpg|thumb|left|300px|'''Titel:''' Auditorium kort na oplevering '''Jaar:''' ca.1965 '''Auteur/Bron:''' [[Archief TU/e]] ]] | ||
+ | |||
+ | Het Auditorium is in de 46 jaar dat het er staat aan de buitenkant niet noemenswaardig veranderd. Maar de omgeving! Tot een jaar of vijftien terug lag er nog een grote vierkante vijver aan de zuidkant van het Hoofdgebouw. Daarvan restten nu slechts de betonnen blokken, waar je merkwaardig genoeg zelden een student op ziet zitten. Het water is er uitgepompt en het gat is gevuld met zand in de tijd dat dr.ir. Henk de Wilt voorzitter van het CvB was (1996-2002). In zijn streven de universiteit een meer open karakter te geven is er veel bebossing gesneuveld en kwam er een multifunctioneel grasveld op de plek van die vijver. | ||
+ | Anno 2011 zijn er plannen om de vijver terug te brengen in de Groene loper. Ing. Boudewijn Elmans, projectmanager bij Dienst Huisvesting, benadrukt wel dat het om eerste schetsen gaat .“Misschien ligt ondergronds bijvoorbeeld wel allerlei ingewikkelde infrastructuur waardoor het niet kan.” (NS) | ||
+ | |||
+ | [http://web.tue.nl/cursor/internet/jaargang54/_pdf/cursor04_nl.pdf | Cursor] Norbine Schalij. Jaargang 54, 20 oktober 2011. | ||
+ | |||
+ | Op 1 september 1961 slaat mevrouw H. Dorgelo-Plomp, de weduwe van de eerste rector magnificus, de eerste paal voor een groot centraal onderwijsgebouw dat daarna langzaam maar zeker uit de drassige boorden van de [[Dommel]] oprijst. Bijna vijf jaar later kan minister-president mr. J.M.L.Th. Cals deze nieuwste trots van de jonge THE openen. Het Brabants Orkest voert ‘Fanfares 1956’ van Otto Ketting uit en daarna kan het gebouw zijn taak gaan vervullen. Het leeuwendeel van de vijfentwintigduizend TU/ealumni heeft het Auditorium van binnen leren kennen. Voordat het eerste college begon, snel via de fietsenkelder of de trappen aan de zijkant het gebouw in en via de grote deuren de zaal insluipen. De grote collegezalen bevinden zich beneden, de kleinere zalen liggen op niveau twee. In de grote hal groeide onder het orgel een kantine. De Grote (later Blauwe) Zaal was en is het decor voor een keten van afstudeerzittingen, diploma-uitreikingen, promotieplechtigheden, intreeredes en afscheidscolleges. De Voorhof en de Senaatszaal zijn de locaties voor de aansluitende borrel. Het gebouw, ontworpen door architect ir. J.L.C.Choisy, heeft door de jaren heen plaats geboden aan duizenden gebruikers en heeft zich in de loop van veertig jaar bewezen als plek voor feesten, klassieke- en popconcerten, activiteiten van Studium Generale, Kerst Inns, publieksdagen, bokswedstrijden, computerfestivals, voorlichtingsdagen, Europese Weken, Bedrijvendagen, openingen van het academisch jaar en niet te vergeten wetenschappelijke congressen en symposia. Docenten en assistenten kennen ook de krochten van het gebouw en de ondergrondse voorbereidingsruimten. Hoge gasten kunnen het gebouw vrijwel ongezien betreden via een speciale royale entree aan de achterzijde, waar automobielen hen tot aan de deur brengen. Het verhaal gaat dat voor koninklijke bezoekers zelfs een apart privaat is ingebouwd. | ||
+ | |||
=== Rekensommetje === | === Rekensommetje === | ||
Regel 20: | Regel 28: | ||
Terwijl de colleges tijdelijk verplaatst werden naar het voormalige Philips Hoofdkantoor De Bruine Heer aan de Emmasingel, gingen architecten en ontwerpers aan de slag. Alumnus Ir. Roy Lim (afgestudeerd in 1973) van OD205 leidde in 1995 het bouwkundig gedeelte van de facelift. Na de brand kreeg het gebouw zijn eerste lift, waarmee hoogleraren in toga zich van de ondergrondse togakamer naar de Blauwe Zaal kunnen verplaatsen. Ir. Bert Staal (in 1978 aan de TU/e afgestudeerd) ontwierp een totaalconcept voor de inrichting en het interieur van het Auditorium. Staal en zijn collega Matty Christensen lieten zich bij de inrichting inspireren door scheepskundige beelden en metaforen. Het Auditorum als schip kan zowel aan de Dommel als aan de ark van Noach refereren. Want dat vaartuig staat immers afgebeeld op de hanger aan de TU/e-rectorsketen en is in het oude beeldmerk verbonden aan het TU/e-motto. De brug wordt gevormd door de kantoren aan bakboordzijde en de golven kregen een plek op de vloer in de hal. Op de deuren naar de Senaatszaal staat in de internationale maritieme vlaggentaal ''mens agitat molem, ''waarbij elke vlag voor een letter staat. “Toen we met de verbouwing bezig waren, hadden we sterk het beeld van een schip voor ogen. Dat is een eigen leven gaan leiden. Daarom hebben we die vlaggen gekozen en is het golvenpatroon in de linoleumvloer gebaseerd op de gravure van een zeekaart van een Scandinavische haven. Dat is een knap staaltje werk van de vloerleggers geweest”, aldus Staal in 2005. Dat knappe staaltje is begin 2006 helaas roemloos ten onder gegaan in de door cateringmotieven geïnspireerde verbouwing van het Auditorium, die op een bepaald moment zelfs het Pels en Van Leeuwen orgel bedreigde. Door het toepassen van flexibele paneelmontage zorgde Staal er in 1995 voor dat de mogelijkheid om de grote deuren van de Blauwe Zaal open te schuiven bleef gehandhaafd, zodat het mogelijk is om vanuit de zaal een orkest te laten optreden voor een groot publiek in de hal. Menig bezoeker vraagt zich af waarom de twee grote potloden langs de trappen aan de zijkant zijn geplaatst. De binnenkant van de zaal is met gipsplaat geïsoleerd. Om beschadiging door tassen en rugzakken te voorkomen, moest er een ferme leuning komen die op de vloer kon worden bevestigd. In afstemming met de aannemer heeft Staal geopperd om voor de vormgeving van de leuning een symbool te nemen, dat aan de basis ligt van alle wetenschap. Dat werd een potlood, waarmee generaties onderzoekers een schets of idee op papier hebben gekrabbeld. Wie het Auditorium bij avond bezoekt, ziet het gebouw baden in een blauw licht. Aan weerszijden rijzen twee gele neonbuizen vanuit de ingewanden naar buiten en omhoog. De neonbuizen vormen een stuk van een denkbeeldige cirkel met een diameter van driehonderd meter. Bij de opening is geprobeerd om die virtuele cirkel met laserlichtprojectie te vervolledigen. Maar dat project kwam niet verder dan de tekentafel. | Terwijl de colleges tijdelijk verplaatst werden naar het voormalige Philips Hoofdkantoor De Bruine Heer aan de Emmasingel, gingen architecten en ontwerpers aan de slag. Alumnus Ir. Roy Lim (afgestudeerd in 1973) van OD205 leidde in 1995 het bouwkundig gedeelte van de facelift. Na de brand kreeg het gebouw zijn eerste lift, waarmee hoogleraren in toga zich van de ondergrondse togakamer naar de Blauwe Zaal kunnen verplaatsen. Ir. Bert Staal (in 1978 aan de TU/e afgestudeerd) ontwierp een totaalconcept voor de inrichting en het interieur van het Auditorium. Staal en zijn collega Matty Christensen lieten zich bij de inrichting inspireren door scheepskundige beelden en metaforen. Het Auditorum als schip kan zowel aan de Dommel als aan de ark van Noach refereren. Want dat vaartuig staat immers afgebeeld op de hanger aan de TU/e-rectorsketen en is in het oude beeldmerk verbonden aan het TU/e-motto. De brug wordt gevormd door de kantoren aan bakboordzijde en de golven kregen een plek op de vloer in de hal. Op de deuren naar de Senaatszaal staat in de internationale maritieme vlaggentaal ''mens agitat molem, ''waarbij elke vlag voor een letter staat. “Toen we met de verbouwing bezig waren, hadden we sterk het beeld van een schip voor ogen. Dat is een eigen leven gaan leiden. Daarom hebben we die vlaggen gekozen en is het golvenpatroon in de linoleumvloer gebaseerd op de gravure van een zeekaart van een Scandinavische haven. Dat is een knap staaltje werk van de vloerleggers geweest”, aldus Staal in 2005. Dat knappe staaltje is begin 2006 helaas roemloos ten onder gegaan in de door cateringmotieven geïnspireerde verbouwing van het Auditorium, die op een bepaald moment zelfs het Pels en Van Leeuwen orgel bedreigde. Door het toepassen van flexibele paneelmontage zorgde Staal er in 1995 voor dat de mogelijkheid om de grote deuren van de Blauwe Zaal open te schuiven bleef gehandhaafd, zodat het mogelijk is om vanuit de zaal een orkest te laten optreden voor een groot publiek in de hal. Menig bezoeker vraagt zich af waarom de twee grote potloden langs de trappen aan de zijkant zijn geplaatst. De binnenkant van de zaal is met gipsplaat geïsoleerd. Om beschadiging door tassen en rugzakken te voorkomen, moest er een ferme leuning komen die op de vloer kon worden bevestigd. In afstemming met de aannemer heeft Staal geopperd om voor de vormgeving van de leuning een symbool te nemen, dat aan de basis ligt van alle wetenschap. Dat werd een potlood, waarmee generaties onderzoekers een schets of idee op papier hebben gekrabbeld. Wie het Auditorium bij avond bezoekt, ziet het gebouw baden in een blauw licht. Aan weerszijden rijzen twee gele neonbuizen vanuit de ingewanden naar buiten en omhoog. De neonbuizen vormen een stuk van een denkbeeldige cirkel met een diameter van driehonderd meter. Bij de opening is geprobeerd om die virtuele cirkel met laserlichtprojectie te vervolledigen. Maar dat project kwam niet verder dan de tekentafel. | ||
- | [[Category:Index A-Z]] [[Category:A]] [[Category:Terrein en Gebouwen]] [[Category:A-Bronvermelding]] | + | [[Category:Index A-Z]] [[Category:A]] [[Category:Terrein en Gebouwen]] [[Category:A-Bronvermelding]] [[Category:Cursor Flashback]] |